Kienhuis Hoving
Nieuwsbrief Arbeidsrecht
januari 2023
Wijzigingen; werken met en als zelfstandige(n)

Op 16 december 2022 hebben de Minister van Sociale Zaken en de staatssecretaris van Financiën de Tweede Kamer geïnformeerd over voorgenomen maatregelen op het gebied van werken met zelfstandigen en werken als zelfstandige. In het onderstaande worden de belangrijkste wijzigingen zoals opgenomen in deze brief uiteengezet.
Het kabinet formuleert een aantal maatregelen aan de hand van de volgende drie ‘lijnen’:

  1. inzetten op een gelijker speelveld tussen contractvormen;
  2. meer duidelijkheid over de vraag wanneer gewerkt wordt als werknemer dan wel als zelfstandige;
  3. verbetering van handhaving op schijnzelfstandigheid.

Hierbij wordt opgemerkt dat de voortgang van de ene lijn niet kan wachten op de andere; elk van de drie is urgent om stappen op te zetten.

In het onderstaande wordt kort per ‘lijn’ uiteengezet wat de maatregelen zijn.

Gelijker speelveld tussen contractvormen
Het Kabinet wenst een gelijker speelveld tussen werknemer en zelfstandigen te creëren, onder meer  door het verkleinen van fiscale verschillen tussen werkenden in loondienst en zelfstandigen. In het Belastingplan 2023 is in dat kader al opgenomen dat de zelfstandigenaftrek sneller wordt afgebouwd en dat de fiscale oudedagsreserve wordt uitgefaseerd. Daarnaast wordt de invoering van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen verder uitgewerkt. 

Daarnaast worden de mogelijkheden voor zelfstandigen om collectief te onderhandelen onder het mededingingsrecht verruimd. De Europese Commissie heeft onlangs de mogelijkheden voor zelfstandigen binnen het Europese mededingingsrecht verruimd en verduidelijkt. De ACM zal haar Leidraad Tariefafspraken zzp’ers aanpassen, zodat zelfstandigen de volledige ruimte voor collectieve onderhandelingen kunnen benutten die de Commissie daarvoor biedt. Ten slotte wordt gewerkt aan het versterken van de positie van zelfstandigen in de Sociaal Economische Raad.

Meer duidelijkheid over de beoordeling van arbeidsrelaties; rechtsvermoeden
Het Kabinet is voornemens het criteriumgezag te verduidelijken en een rechtsvermoeden (met een uurtarief) te introduceren. 

Criterium gezag verduidelijken 
Door de open norm ‘werken in dienst van’ (gezag) verder te verduidelijken, hoopt het Kabinet meer bescherming te bieden aan werkenden die daar recht op hebben en ‘echte’ zelfstandigen meer duidelijkheid te geven over de ruimte om te ondernemen.

Het criterium gezag is en wordt door jurisprudentie ingevuld. Het Kabinet wil de regels uit de jurisprudentie verder structureren op basis van onderstaande drie hoofdelementen.

  1. Worden er instructies gegeven en wordt toezicht gehouden op het werk (ook wel aangeduid als materieel gezag)?
  2. Is het werk ‘organisatorisch ingebed’ in de onderneming van de werkgevende?
  3. Is er sprake van zelfstandig ondernemerschap in de betreffende arbeidsrelatie? Dit is een contra-indicatie voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst.

Met name het criterium van organisatorisch inbedding is nieuw en leidt tot onrust bij diverse partijen. Ten aanzien hiervan wordt in de brief opgemerkt dat het codificeren van dit criterium niet betekent dat bij een indicatie van inbedding in de organisatie in de toekomst automatisch sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het blijft, zoals nu ook het geval is, gaan om een beoordeling van de drie hoofdelementen in onderlinge samenhang. De hoofdelementen worden de komende tijd verder ingevuld en uitgewerkt.

Rechtsvermoeden
Verder werkt het Kabinet aan de introductie van een rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst, gekoppeld aan een uurtarief. Dit rechtsvermoeden is vooral gericht op werkenden met een minder goede onderhandelingspositie. Naar verwachting zal een tariefgrens gaan gelden; bij een tarief onder een bepaalde norm geldt het rechtsvermoeden van werknemerschap. Onderzocht zal worden welke tariefgrens uiteindelijk zal worden gehanteerd.

Ten aanzien van bovenstaande maatregelen wordt voor de zomer 2023 een internetconsultatie verwacht, waarna uiteindelijk het wetsvoorstel begin 2024 zal worden aangeboden aan de Tweede Kamer. De planning is om voor 1 januari 2025 de nieuwe wetgeving te publiceren.

Verbetering van handhaving op schijnzelfstandigheid
Ten slotte heeft het Kabinet de ambitie om de handhaving op korte termijn te versterken en te verbeteren en uiterlijk op 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium volledig op te heffen.
Tot zover voor nu. Wij houden u vanzelfsprekend van de toekomstige ontwikkelingen op de hoogte.

Heeft u vragen hierover of over andere zaken? Neem dan gerust contact op met één van onze arbeidsrecht specialisten.
 
 
Kienhuis Hoving
Pantheon 25 | 7521 PR Enschede
Newtonlaan 265 | 3584 BH Utrecht
t +31(0)88 480 40 00
e info@kienhuishoving.nl
www.kienhuishoving.nl