| Aanbestedingsrecht - Ruimere verplichting verstrekken informatie door aanbestedende diensten |
Wanneer inschrijvers in het kader van een aanbestedingsprocedure om (meer) informatie verzoeken bij de aanbestedende dienst met betrekking tot bijvoorbeeld de inschrijving van een andere inschrijver, wordt dat verzoek geregeld afgewezen met een beroep op artikel 2.57 lid 1 Aanbestedingswet 2012. Op grond van dit artikel is het aanbestedende diensten niet toegestaan om informatie die door een inschrijver vertrouwelijk is verstrekt, openbaar te maken. Echter, uit een recent arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie blijkt dat een beroep op dit artikel lang niet altijd opgaat en dat aanbestedende diensten gehouden zijn om meer informatie te verstrekken indien daarom wordt verzocht teneinde afgewezen inschrijvers effectieve rechtsbescherming te bieden (HvJ EU 17 november 2022, ECLI:EU:C:2022:888 (Antea)).
Uit dit arrest volgt dat de referenties waar inschrijvers een beroep op doen, in beginsel geen vertrouwelijke informatie is en inschrijvers op zijn minst toegang moeten krijgen tot de ‘wezenlijke inhoud’ van de referenties. Ook dient de aanbestedende dienst onder omstandigheden informatie te verstrekken over de identiteit van de in te zetten (rechts)personen bij de uitvoering van de opdracht. Voor wat betreft de beroepskwalificaties en/of -bekwaamheden van de in te zetten (rechts)personen moet de aanbestedende dienst op zijn minst de wezenlijke inhoud van deze informatie delen. Tot slot geldt dat de aanbestedende dienst (meer) informatie moet verstrekken over de kenmerken van de betreffende inschrijving. Dit kan met zich meebrengen dat de aanbestedende dienst gehouden is om de kenmerken van de inschrijving samengevat mede te delen zodat de vertrouwelijke informatie niet achterhaald kan worden of door de inschrijver om wiens informatie het gaat te verzoeken een niet-vertrouwelijke versie te verstrekken.
Blijkens dit arrest zijn aanbestedende diensten dus verplicht om meer informatie te verstrekken indien daarom wordt verzocht en kunnen zij zich lang niet in alle gevallen met succes beroepen op artikel 2.57 lid 1 Aw 2012.
Laurens Vermeulen |
|
|
|
|
|
|
