Insights Benelux  
Linkedin   Twitter   Facebook
 
Antwoord van Karel op de vraag:
Wat is nou precies het verschil tussen Voelen en Intuïtie? 
   
Daarvoor begin ik bij het begin: welke functies zijn er en waar staan ze voor? Jung onderscheidt twee soorten functies: rationele en irrationele.

De rationele functies zijn Denken (T) en Voelen (F). Deze functies worden gebruikt om tot beslissingen, evaluaties en boordelingen te komen. Jungs werk deelt mensen in als ‘hoofd’-typen (Denken) of ‘hart’-typen (Voelen). En hoe treffend deze vergelijking met lichaamsdelen ook moge zijn, ze wekt tegelijkertijd verwarring. Zelfs een genuanceerde toelichting kan vaak niet voorkomen dat het beeld ontstaat dat je ‘Denkt met je hoofd en Voelt met je hart’. En dat is het begin van de misvatting die bij veel mensen leeft, namelijk dat de rationele functie hetzelfde is als het gelijknamige werkwoord.

En hoe zit dat met de irrationele functies: Gewaarworden (S) en Intuïtie (N)? Jung stelt dat deze functies worden gebruikt om informatie in ons op te nemen, te ordenen en te verwerken. Simpel gezegd: hoe nemen we waar? Gebruiken we onze vijf zintuigen en zien we wat er is (Gewaarworden), of nemen we waar met ons zesde zintuig en zien we wat er zou kunnen zijn (Intuïtie)? Het verschil tussen de twee is duidelijk en gemakkelijk uit te leggen (denk aan de afbeelding van de twee paarden bij zonsondergang, of de opdracht voor een sneeuwpop). Maar pas op als we het onderscheid tussen de rationele en irrationele functies uit het oog verliezen. Als je Intuïtie iets meer in Jip-en-Janneketaal beschrijft zou je kunnen zeggen dat Intuïtie staat voor: “Waarnemen met je voelsprieten” of “Een situatie in je opnemen vanuit je buikgevoel”. En als je dan even vergeet waar de functies voor staan, kan het gebeuren dat iemand opeens heel blij roept: “Ik voel dingen altijd heel goed aan en heb dus een voorkeur voor Voelen”, of “Ik beslis altijd vanuit mijn onderbuikgevoel; ik heb dus een voorkeur voor Intuïtie”.

Oeps. Nog even los van de semantische discussie over de term ‘onderbuikgevoel’… Het is niet mogelijk om te beslissen vanuit de functie Intuïtie. Net zoals je niet kunt aanvoelen vanuit de functie Voelen. De twee functiesoorten beschrijven immers twee totaal verschillende processen. Besluitvorming is een rationeel proces (in deze context) – welke afwegingen maken we in het proces om tot een beslissing of standpunt te komen? Gaat het om subjectieve, emotieve en normatieve argumenten (Voelen), of om objectieve, feitelijke en logische afwegingen (Denken)?
 
 
Hoe ziet het eruit in de praktijk?

Informatieverwerking is een irrationeel proces. Misschien helpt het om vervangende termen te gebruiken voor deze twee functies: nuchtere focus (S) versus associatieve focus (N). Hoe komt de informatie binnen en hoe komt het er, na ordening en verwerking, weer uit? Neem als voorbeeld iemand die een verhaal vertelt over zijn vakantie. 
 
Voorkeur voor gewaarworden
Ik ben een lang weekend weg geweest met ons samengesteld gezin. Met vier kinderen en een hoop bagage was het handiger dat we in twee auto’s gingen. Onder het motto ‘verandering van spijs doet eten’ hebben we onderweg een paar keer gewisseld van samenstelling. Dat ging prima. We hadden geboekt in de Efteling, in een huis voor 8 personen in Bosrijk. Het arrangement bevatte onder meer toegangskaarten voor het park plus vouchers én een vroege en extra late toegang voor bepaalde attracties. Het huis was geweldig: groot en zeer comfortabel, van alle gemakken voorzien en op 5 min. wandelen van de entree van de Efteling. De kinderen konden hun eigen gang gaan en mijn partner en ik hadden zo ook nog wat tijd voor en met elkaar. Helemaal goed!
 
Voorkeur voor intuïtie
Wij zijn met de hele bende naar de Efteling geweest. Het was echt geweldig! Het huis waar we in verbleven lag in een prachtig park met dezelfde sprookjesachtige sfeer als de Efteling zelf. In de slaapkamers lagen zelfs ouderwetse slaapmutsen klaar voor de kinderen. Die brachten je terug naar vroegere tijden. Het hele park deed me denken aan een plek in Frankrijk waar ik als kind een keer ben geweest met m’n ouders. Zo’n mystiek sfeertje dat mooi en een beetje griezelig tegelijk was. We mochten ook ’s avonds in het attractiepark – dat was zeker voor de kinderen superspannend – in het donker in de achtbaan! We willen zeker nog een keer terug.
 
 
Gewaarworden slaat eerst paaltjes in de grond en vertelt een (chrono)logisch verhaal. Intuïtie begint te vertellen en kan onderweg worden afgeleid door, veelal, zijn eigen verhaal. Dat is het associatieve element. In dit geval, bij het vertellen van een anekdote (lees: het presenteren van informatie), uit zich dat in verwijzingen naar eerdere ervaringen, het een leidt naar het ander, van de hak op de tak, maar uiteindelijk weer terug naar de oorspronkelijke boodschap. Dat geldt ook voor de voorkant van het proces – het absorberen van informatie. Mensen met een voorkeur voor Intuïtie zien de achterliggende betekenis van en de onderlinge verbanden tussen ervaringen, concepten en relaties. Informatie komt binnen als beelden en wordt, na ordening en verwerking, ook als zodanig beschreven.

Dit is, zoals hopelijk steeds duidelijker wordt, totaal iets anders dan de rationele functie Voelen. Daar gaat het immers om de afwegingen die iemand maakt om tot een standpunt te komen. Dat is vaak zichtbaar in de manier waarop iemand met dat standpunt omgaat. Ook hier kunnen we namelijk naar de voorkant én de achterkant van het proces kijken: de voorkant staat overal in de boeken beschreven: de manier waarop we tot een oordeel/beslissing komen.

Taakgericht (T) of relatiegericht (F)? Dit is vaak een intern proces waar we als ‘kijker’ geen inzage in hebben. De manier waarop iemand vervolgens dat oordeel of die beslissing kenbaar maakt, is wél iets dat we vrijwel altijd kunnen zien. Het duidelijk neerzetten van en resoluut vasthouden aan een expliciet standpunt is iets dat iemand met een voorkeur voor Denken gemakkelijk doet, juist omdat dat standpunt op zulke tastbare, feitelijke en meetbare argumenten is gebaseerd. Bij Voelen zie je meer het diplomatiek verwoorden van een standpunt, evenals de bereidheid om ermee te schuiven ten behoeve van de harmonie in de groep of de loyaliteit aan het team. Ook deze houding is een weerspiegeling van het oorspronkelijke proces van besluitvorming (de ‘voorkant’), namelijk afwegingen die gekoppeld zijn aan normen en waarden, de impact op en behoeften van anderen. Overigens kan het natuurlijk best zo zijn dat iemand beslist vanuit Voelen op basis van informatie die hij vanuit zijn voorkeur voor Intuïtie in zich heeft opgenomen. Dat laatste kan net zo gemakkelijk Gewaarworden zijn, of de eerstgenoemde Denken. Maar laat ik nu niet zelf voor verwarring zorgen!
 
 
 
Terugkomend op de vraag over het verschil tussen Voelen en Intuïtie, kan ik jullie eigenlijk alleen maar aanraden om altijd en overal jezelf als eerste de vraag te stellen: “Gaat het hier om oordeelvorming of om informatieverwerking?”

Als je die vraag beantwoordt, weet je gelijk waar je keuzemogelijkheid ligt. En dat is nooit een keuze tussen Voelen of Intuïtie, maar altijd een keuze tussen een rationeel of irrationeel proces, en dus tussen Denken en Voelen enerzijds, of Intuïtie en Gewaarworden anderzijds.

Moraal van mijn verhaal: we kunnen verwarring voorkomen als we altijd heel goed in ons achterhoofd houden waar een functie voor staat.

En een speciaal verzoekje van mij: zullen we vanaf nu de term ‘onderbuik’ weglaten uit de beschrijving van welke psychologische functie dan ook? Dan kan ik mijn boxershort gewoon aanhouden!

Tot de volgende keer!

Hartelijke groet,
Karel Jong

Eerdere antwoorden van Karel Jong kun je terug vinden in het nieuwsbriefarchief op Connections.
 
 
Stel een vraag aan Karel
Stel ook een vraag aan Karel
 *
 *
 *
naam@bedrijf.nl
 *