| Een kijkje op de werkvloer van ... |
Suzanne van Leersum – Pedagogisch medewerker/pedagogisch beleidsmedewerker bij Christelijke peuteropvang en BSO De Kleine Reiziger
N a jaren werkervaring te hebben opgedaan in verschillende facetten van zorg, is Suzanne 8 jaar geleden gestart bij de kleinschalige organisatie De Kleine Reiziger. Na eerst 4 jaar als PM’er op de groep te hebben gewerkt is Suzanne daarnaast ook PBM’er geworden. En juist deze combinatie is wat Suzanne zo enthousiast maakt.
Suzanne vertelt: ‘Op de groep ben ik echt 100% PM’er en in mijn andere functie ben ik volledig bezig met de beleidsmatige kant. Maar het beïnvloedt elkaar natuurlijk wel.’ Suzanne ervaart veel voordelen aan haar gecombineerde functie en adviseert andere PBM’ers dan ook: ‘Ga af en toe gewoon weer eens met je PM-pet op meewerken op de groep en dan het liefst op de moeilijkste groep die je hebt. Gewoon werkend, zonder oordeel en zonder observaties. Hierdoor ervaar je zelf ook bepaalde knelpunten in het werk waar je als PBM’er mee verder kunt.’
 ‘Als PM’er was ik me minder bewust van beleidsplannen en wat daar precies de meerwaarde van was. Doordat ik nu zelf de schakel ben tussen de PM’er en het beleid ben ik me daar bewust van en pas ik mijn werkwijze hierop aan.’ Bijvoorbeeld met het schrijven van de werkplannen betrekt Suzanne bewust haar andere PM-collega’s door ze het door haar opgestelde werkplan te laten lezen om alle opmerkingen te verzamelen. Vervolgens bespreken ze het in een vergadering waarna het plan wordt vastgesteld. Suzanne ervaart dat er op deze manier meer eigenaarschap bij alle PM’ers ontstaat over de beleidsplannen en de uitvoering hiervan.
Op de vraag of de combinatie van deze functies ook een nadeel heeft geeft Suzanne lachend aan: ‘Ja, want het werk op de groepen gaat altijd voor.’ Bij ziekte of overmacht van collega’s is Suzanne ook inzetbaar op de groep, waar op dat moment dan de nood het hoogst is. Dat zorgt soms voor het moeten prioriteren van het werk. Tegelijkertijd is het voor de groep een voordeel, omdat Suzanne voor alle collega’s en kinderen op de groep een bekend gezicht is. Verder ziet Suzanne eigenlijk geen nadelen.
 Het mooie van het werk als PBM’er vindt Suzanne ook het opdoen van meer kennis en expertise. Als PBM’er verzamelt Suzanne deze kennis om dat vervolgens te delen met haar collega’s. Binnen De Kleine Reiziger vinden studiedagen gericht op VVE en het opbrengstgericht werken volgens de cirkel plan-do-check-act plaats. Vanuit haar rol als PBM’er mag Suzanne het plan maken en uitzetten samen met Sebastiaan en Jemina (houders van De Kleine Reiziger), de training aan de collega’s geven en vervolgens in haar rol als PM’er ook met de uitvoering op de werkvloer aan de slag. Suzanne vertelt hoe mooi het is om te zien hoe het hele team hier een professionele ontwikkeling in doormaakt. Suzanne haar ogen stralen als ze vertelt welk effect dat heeft op de kinderen op groep: ‘Je merkt ook dat het voor de kinderen veel doet. Dat ze echt groeien, die kleintjes.’
Een voorbeeld van deze expertise is het gebruik van ondersteunende gebaren. Suzanne is opgeleid in ondersteunende gebaren en heeft dit verder uitgerold binnen De Kleine Reiziger. Op elke peutergroep wordt er gewerkt met de ondersteunende gebaren om de taalvaardigheid van het kind te stimuleren. Suzanne: ‘We gebruiken de ondersteunende gebaren op vaste momenten van de dag maar ook kind volgend om de taalontwikkeling te stimuleren.
 Omdat je de ondersteunende gebaren in context en ondersteunend gebruikt kan een kind daarmee leren. Het kan een kind helpen om emoties te tonen. Ook voor tweetalige kinderen is het een verrijking; deze kinderen leren een 2e taal door een Nederlands woord te plakken op een woord dat ze in de thuistaal al kennen. Met een ondersteunend gebaar maak je er een plaatje van, hierdoor kunnen ze het woord later beter uitspreken.'
Suzanne heeft aansluitend op het gebruik van de ondersteunende gebaren haar ‘eigen kindje’ hierin ontwikkeld: plaatjes in de huisstijl van De Kleine Reiziger waar de gebaren visueel op zijn uitgewerkt. Deze worden gebruikt op de groep, maar ook om ouders hierin mee te nemen.
De peutergroep in Julianadorp betreft echt een VVE-locatie. Suzanne vertelt: ‘Ons hele product is gericht op verder brengen van kinderen in hun ontwikkeling, met name spraak-taalontwikkeling maar we hebben aandacht voor alle ontwikkelingsgebieden. Veel ouders zien ons als een goede voorbereiding voor de start op de basisschool. Dat vinden we een mooi compliment.’
Naast VVE-kinderen krijgen ze op de groep ook veel kinderen met extra zorg binnen. Ook deze kinderen zijn welkom bij ‘De Kleine Reiziger’. Mede vanuit hun christelijke visie en werkwijze willen ze aandacht hebben voor alle kinderen die er zijn en voor alle kinderen de deur open hebben staan. Ook bij beperkingen gaan ze op zoek naar oplossingen om een kind bij hen te laten komen. ‘Dat is de basis, liefde voor de kinderen. Dat is de kern van wie we willen zijn: ‘We zien jou, we hebben oog voor je en proberen met je mee te denken’. De Kleine Reiziger ziet de kracht in een wezenlijk stukje met kinderen en hun ouders meelopen in het leven. |
|
|
|
|
|
