Erna en Greta met jonge moeder Roxanne en haar dochter June en oma Amanda.
© Foto Marcel Rob
ENKHUIZEN
in de ochtend bij diabetespatiënten langs, wondbehandeling geven, soms terminale thuiszorg. In de middag jonge ouders met advies bijstaan als steun en toeverlaat op het consultatiebureau.
De dag van wijkverpleegkundigen Erna Crezee (66) en Greta Zeekant (67) in Enkhuizen was bij de start van hun carrière, begin jaren tachtig, behoorlijk divers. Ze konden in de ochtend bij opa en oma over de vloer komen, om in de middag bloedjonge ouders met hun eerstgeborene te bezoeken.
Ze kijken met plezier terug op die hectische periode in hun leven. Greta en Erna werden in de loop der jaren hét gezicht van de jeugdgezondheidszorg bij de GGD, nadat in 1992 een scheiding kwam tussen de wijkverpleging en het consultatiebureauwerk.
Zelfstandig
Bewust kozen ze als hbo-verpleegkundigen voor de wijkverpleging boven het werken in een ziekenhuis. Erna: „Nu willen verpleegkundigen graag het ziekenhuis in. Toen stond dat nog niet zo hoog aangeschreven. In de wijk kon je zelfstandiger werken, je bepaalde je eigen pad.”
Roxanne met haar kleintje.
© Foto Marcel Rob
Greta herinnert zich haar drive om de verpleging in te gaan. „Ik wilde graag zorgen, met mensen omgaan.”
Die eerste jaren waren druk en bleken lastig te combineren met een eigen gezin. „Je werkte tien dagen achtereen en was dan vier dagen vrij.” Zuigelingen- en kleuterzorg bleken beter in te passen in hun gezinsleven. In Enkhuizen was dat destijds nog in Van Bleiswijk. Ze herinneren zich de lange gang met marmeren tegels en de samenwerking met andere zorginstanties, die vanaf de start belangrijk was. „Het was een geweldige locatie, maar voor ons ook wel lastig, hoor: hoog en koud. Je had er ook de uitgifte van krukken en potten, de vroedvrouw zat er. Het was eigenlijk een vroeg gezondheidscentrum.”
Greta kijkt naar baby June en mama Roxanne. ,,Zo mooi, die kleine lijfjes.''
© Foto Marcel Rob
Later werd het werk gedaan vanuit het kruisgebouw aan de Kastanjelaan, tegenwoordig vanaf de Wielewaal. En al bleef de zorg in essentie hetzelfde, ze zagen door de jaren heen een duidelijke maatschappelijke verandering. Erna: „Het ouderschap wordt echt zwaar onderschat. Dat doe je er even bij. Met een hond doe je een puppycursus, maar ouder moet je maar gewoon worden. De druk van de maatschappij is zoveel hoger geworden: je moet een goede moeder zijn, snel weer op de been zijn in maatje 38, je sociale leven moet op orde, snel weer aan het werk.”
Werken
Ze zien dat tachtig procent van de jonge moeders werkt. „Het is mooi als je die keuze kunt maken, maar je hebt vaak een studie achter de rug, een duur huis. Je moet het ook allemaal maar leuk vinden terwijl je misschien wel eens denkt: ’Mijn god, waar ben ik aan begonnen?’. Maar tegen wie zeg je dat?”
Tegelijkertijd zien ze ouders met een veel kleiner of soms zelfs geen netwerk. „Er is minder steun van de omgeving, je hebt niet meer van die grote gezinnen, lang niet altijd je ouders om je heen.” Ook lijken de maatschappelijke problemen groter. „Ouders die scheiden, financiële problemen, woningnood. En dan de druk: vanaf de geboorte worden kinderen ’afgevinkt’.”
Roxanne is voor het eerst met baby June bij het consultatiebureau.
© Foto Marcel Rob
Alle sociale media ten spijt blijft het consultatiebureau een belangrijke vraagbaak. Greta: „Ik verwachtte eigenlijk dat dat minder zou worden nu je zoveel meer kunt opzoeken, maar dat is niet zo gebleken. Er komt zoveel informatie op ze af en toch komen ze bewust met vragen bij ons.”
Lastige peuters
Erna en Greta hebben door de jaren heen heel veel baby’s zien opgroeien, peuters met lastig gedrag zich zien ontwikkelen, jonge ouders met raad en daad bijgestaan. Daarbij wisten ze vertrouwen op te bouwen. „De omstandigheden zijn heel belangrijk: soms zie je kinderen die wat achterlopen, maar je kent het gezin, weet de achtergronden.”
Ze vinden het mooi om de ontwikkeling van die kleintjes te volgen, om zaken te signaleren, maar ook om mee te denken. „Wat vroeger lastig was is dat nog steeds. Je bevalt: hebt ineens een baby, die misschien veel huilt, lastig peutergedrag. Dat is van alle tijden. Het is een puzzel die je samen oplost.”
Relativeren
Zij zijn er om te relativeren en te normaliseren. „Sommige dingen moet je de tijd gunnen, gewoon even afwachten. Kinderen kunnen meer zelf, sta aan de zijlijn, laat ze fouten maken.” Maar ook om te signaleren. Want de eerste vier jaar van een mensenleven zijn belangrijk, benadrukken beiden. En soms weten ze al snel: dit komt niet vanzelf goed. „Dan wil je alles inzetten en zien ouders het soms nog niet. Dat is moeilijk, want wij weten dat overal wachttijden zijn, daardoor zitten jonge kinderen thuis. Wat dat betreft hebben wij hier grootstedelijke problemen.”
Greta Zeekant en Erna Crezee nemen afscheid van hun consultatiebureau.
© Foto Marcel Rob
Zeventig, tachtig procent van de kinderen groeit probleemloos op, maar er zijn er ook waar ze zich zorgen om maakten. „Een kind dat niet zindelijk wordt kan duiden op problemen, spanningen in het gezin. Een kind dat niet eet, soms blijkt daar meer achter te zitten. Je hoopt dat het beter gaat, maar als je je zorgen maakt is er altijd het inloopspreekuur. En soms belden we zelf voor een afspraak thuis, of we wipten gewoon even aan als we in de buurt waren.”
Ze waren vraagbaak, maar hielden waar nodig ook de vinger aan de pols. „Je ziet wel dingen, ja, ook de echte problemen als drugsgebruik of alcohol binnen het gezin. Het is je deskundigheid om dat lijntje te houden, ze te steunen en soms te verwijzen, maar vooral contact te houden. Als je ergens mee zit overleg je eerst met je team, met je collega’s en de jeugdarts, soms met de huisarts en het maatschappelijk werk. In 2015 kwam hier in Enkhuizen het stadsteam, daar zit heel veel deskundigheid in.”
Verzwaring
Het blijft een fantastisch vak, waarin ze als opvoedadviseurs ook hebben leren loslaten. Een vak waarin geen dag hetzelfde is, waarin ze kinderen van kinderen op hun spreekuur kregen. Ze prijzen de samenwerking, maar ze zien ook de veranderingen, waardoor meer op het bordje van de verpleegkundigen terechtkomt. De verzwaring van het beroep.
Ze kijken met voldoening terug. „Het is goed dat nu een nieuwe generatie opstaat.” Maar één ding blijft het zelfde, vinden ze beiden. „Het kind staat op de eerste plek.”
Koffie met rietje
Koffie met een rietje is opgezet in wijkcentrum De Bonte Veer, nadat bleek dat ouders behoefte hadden aan meer onderling contact. Iedere donderdag van 10 tot 11.30 uur ontmoeten ouders elkaar, kinderen spelen, er wordt gepraat over opvoeden, maar ook over andere zaken en een bibliotheekmedewerker leest voor. De entree is gratis, aanmelden onnodig. |
|