Cijfermatige onderbouwing
Corrien Waardenburg, epidemioloog bij GGD HN presenteerde op de bijeenkomst recente cijfers uit de gezondheids-monitors. Hieruit blijkt dat het met jongeren in kwetsbare omstandigheden – zoals opgroeien in een eenoudergezin, in armoede of als jonge mantelzorger – op meerdere vlakken minder goed gaat. Dit komt onder meer tot uiting in hun fysieke en mentale gezondheid, geluk, sport-deelname en risicogedrag zoals roken. Opvallend is ook de toename in pestervaringen, prestatiedruk en beperkte weerbaarheid bij deze jongeren.

Samen werken aan sterke pedagogische basis en sociale cohesie
Tineke Booms, beleidsmedewerker gezondheidsbevordering, onderstreepte in haar presentatie het belang van een sterke pedagogische basis, waarin opvoeders, onderwijs en omgeving samenwerken. Sociale cohesie in gezinnen, buurten en scholen vormt daarin een sleutelrol. Door in te zetten op bewezen raamwerken zoals Gezonde Kinderopvang en Gezonde School kunnen we gericht interventies kiezen die de veerkracht van kinderen versterken. Hierbij is het belangrijk dat we dit met elkaar interprofessioneel gaan doen.  

Van theorie naar praktijk
Veerkracht bij een kind ontstaat uit een samenspel van factoren. Belangrijk is de toegang tot diverse hulpbronnen van weerbaarheid. Deze zijn beschreven door Ungar (2021, Multisystemic Resilience: Learning from Youth in Stressed Environments). Door deze hulpbronnen bewust en integraal te versterken via samenwerking tussen onderwijs, gemeenten en zorg, kunnen kinderen veerkrachtiger opgroeien.

Ungar onderscheidt de volgende hulpbronnen:  

• Sociale hulpbronnen, zoals positieve opvoeding, structuur en regels, sociale ondersteuning vanuit gezin, zoals een warme positieve houding van ouders ten opzichte van de jeugdige en ouderbetrokkenheid bij school en activiteiten van de jeugdige, versterkt veerkracht. 
• Culturele hulpbronnen, zoals sport, muziek, religie, zingeving en aansluiting bij de leefwereld van jongeren.
• Fysieke en materiële hulpbronnen, waaronder financiële zekerheid in het gezin (reserve), goede woonruimte, kwaliteit van de buurt, kwaliteit van de school.
• Psychologische hulpbronnen, zoals sociale en praktische vaardigheden, karaktereigenschappen (bijv. doorzettingsvermogen).