Jaargang 6, nr. 3 | november 2023 |
|
Veilig Thuis | Geweld stopt niet vanzelf. |
|
|
|
De werkweek van..... Veilig Thuis medewerker Ben |
Ben werkt in het flexteam bij Veilig Thuis Noord-Holland Noord. Vanuit zijn studie Toegepaste Psychologie probeert hij te duiden waarom mensen doen zoals ze doen: “Welke beweegredenen zijn er voor hun gedrag? Dit kan ik goed gebruiken binnen mijn werk voor Veilig Thuis.”
Maandag: ‘Waar zit het pijnpunt?’
“De dag begint met overleg: welke meldingen zijn er, welke betreffen spoed en wie heeft de ruimte om hier direct mee aan de slag te gaan? Juist meteen actie kunnen ondernemen spreekt mij aan. Eerder werkte ik, na mijn opleiding, bij een woongroep voor jeugd-tbs’ers en daarna op een COA. Ik werk nu bijna vijf jaar bij Veilig Thuis, waarbij ik de voldoening haal uit mensen in de goede richting te bewegen en te zien dat het beter gaat. Als er een melding binnenkomt, dan betreft het doorgaans mensen en gezinnen die kwetsbaar zijn, met vaak onderliggende problematiek die niet een-twee-drie is opgelost. Denk aan verslavingen, trauma’s en psychische problemen. De kunst voor mij – en mijn collega’s – is om het gesprek aan te gaan en te duiden waar het pijnpunt zit. Niemand gaat na een dag werken naar huis en denkt: ‘Nu ga ik mijn partner eens even lekker in elkaar slaan.’”
Dinsdag: ‘Leerling zegt dat hij is geslagen’
“Een school belt. Een leerling heeft tegen zijn lerares gezegd dat dat hij thuis is geslagen. Volgens de meldcode neemt de school contact op met Veilig Thuis. Vervolgens wordt er direct een overleg gepland waarbij ook een vertrouwensarts en een gedragswetenschapper aanwezig zijn. Dergelijke meldingen zijn altijd zorgelijk. Als een kind inderdaad wordt geslagen thuis, dan spreekt dit voor zich. Maar er zijn meerdere scenario's mogelijk. Zo zou het kunnen zijn dat het kind iets verzint om wat anders te verbloemen. Bijvoorbeeld dat het diezelfde dag is gepakt voor stelen in de supermarkt. Het is dus belangrijk dat we én snel én zorgvuldig handelen. We halen informatie over het gezin: zijn ze al bekend bij de gemeente of de politie? Is er kindproblematiek geconstateerd of gediagnosticeerd? Of zijn er door ouders bijvoorbeeld strafbare feiten, zoals geweldpleging, bekend? We gaan het gesprek aan met het kind én met de ouders. Hieruit rolt een plan van aanpak, dat zich eerst focust op de directe veiligheid. Als dit is gerealiseerd, dan kan er worden gekeken naar wat er nodig is voor structurele veiligheid. Dit valt ook onder de wettelijke taken van Veilig Thuis.”
Woensdag: ‘Meteen goede veiligheidsafspraken maken’
“We gaan zo snel mogelijk met de ouders om tafel, zodra we de informatie hebben over mogelijke achtergrond en bagage. Natuurlijk tonen we begrip voor – in dit geval – de ouders. Het overvalt ze natuurlijk dat er melding is gemaakt. Maar het is in het belang van het hele gezin om nu goede afspraken te maken. Wat kunnen we afspreken om escalaties te voorkomen? Is er spanning, wat kun je doen om conflicten te vermijden? Is er iemand die vertrouwd voelt, zoals een tante of goede vriend(in), waar het kind veilig is? Vanuit dit plan van aanpak zoeken we de juiste hulp. Dit kan de gemeente zijn of – vanuit een uitspraak van de kinderrechter – een gezinsvoogd die meekijkt. Dit heet een onder toezichtstelling.”
Donderdag: ‘Jij hebt toch ook weleens ruzie thuis?!’
“Er wordt een melding gedaan door een vrouw over haar partner. Hij heeft haar een blauw oog geslagen. Ook dit is voor ons een spoedcasus. We komen als Veilig Thuis niet ‘in the heat of the moment’ aan huis, maar wel net erna. Ik vind dat belangrijk, want ik wil het momentum pakken en mensen met hun neus op de feiten drukken. Ze hebben regelmatig de neiging om het voorval te bagatelliseren: ‘Jij hebt toch ook weleens ruzie thuis?!’ Ja, dat komt voor, maar dan hoeft de politie er niet aan te pas te komen en mijn vrouw heeft ook geen blauw oog. Nu het incident net is voorgevallen, zijn zowel dader als slachtoffer beter in beweging te krijgen om bijpassende hulp aan te nemen. Bij heftig fysiek geweld werken we altijd samen met de politie en/of de hulpofficier van Justitie. Na overleg met de hulpofficier kan ervoor worden gekozen om een Tijdelijk Huisverbod-procedure op te starten. Gevolg hiervan kan zijn dat de geweldpleger voor een periode van maximaal 28 dagen niet meer naar zijn eigen huis kan. Daarbij hoort ook een contactverbod tussen pleger en slachtoffer. Gedurende deze periode wordt er hulp ingezet vanuit de Blijf Groep of vanuit het A-team.”
Vrijdag: ‘De allerjongsten zijn het meest kwetsbaar'
“Een kraamverzorgende belt. Zij maakt zich zorgen over een gezin waar ze de afgelopen week kraamzorg heeft geboden. Ze heeft haar twijfels over de opvoedkundige vaardigheden van de ouders. Idealiter wordt zoiets al zichtbaar tijdens de zwangerschap. Het kan zijn dat ouders een licht verstandelijke beperking hebben of er spelen mogelijk trauma’s, waardoor er niet goed voor een baby of jong kind gezorgd kan worden. Deze jonge leeftijdsgroep is extra kwetsbaar, je kunt niet een week of twee weken ‘even’ afwachten. Dus ook hier gaan we meteen in gesprek. We proberen dit oordeelloos te doen, zodat we de juiste snaar bij de ouders weten te raken en gezamenlijk kunnen zorgen dat het beter gaat. We willen tot de kern komen en zorgen dat ze ervoor openstaan om iets te doen aan hun problemen. Zonder onze ketenpartners zouden we ons werk niet kunnen doen. Laatst nog gaf er een meisje aan dat ze mishandeld was. Dan vullen politie, gemeente, de hulpofficier van Justitie, het wijkteam en wij, als Veilig Thuis elkaar goed aan. We bespreken elkaars visie en kijken samen waar dit gezin het beste bij geholpen is. Zo kruisen verschillende werelden elkaar. Ook binnen ons flexteam kunnen we op elkaar bouwen. We zijn open en bespreken wat er speelt. Oók als iets je aangrijpt. Op zich doen we ons werk en doen we wat we moeten doen. Maar er zij gerust situaties die me aangrijpen. Dat je aan het eind van de werkdag denkt: ‘Wat een verdrietige toestand eigenlijk.’ Maar als je die empathie niet meer hebt, dan moet je dit werk ook niet doen.”
|
|
|
|
|
|