De mensen van team Vangnet & Advies laten zich niet uit het veld slaan. Elke dag weer doen zij hun uiterste best voor de meest kwetsbaren in onze samenleving, juist bij wie anderen niet meer komen. Omdat ook zij recht hebben op zorg. In deze nieuwsbrief laten we zien hoe een werkdag bij Vangnet & Advies eruitziet. Deze keer een ‘gewone’ dinsdag van OGGZ-medewerker Corien Poland. Hoewel een ‘gewone’ dinsdag? Dat bestaat niet in haar werk.
08.00 uur – De dag begint
“Bijna dagelijks zet ik mij als OGGZ-medewerker van team Vangnet & Advies West-Friesland in voor kwetsbare inwoners in onze regio. Dit houdt ook in: proberen achter de voordeur te kijken. Hoe ziet mijn werkdag eruit? Deze keer neem ik je mee in mijn ‘gewone’ dinsdag. Vandaag heb ik geluk: geen files! Om klokslag acht uur loop ik het kantoor binnen. Mijn collega Ton is al aanwezig en druk aan het bellen. We groeten elkaar met een kort knikje. Ik start mijn laptop op en bekijk de binnengekomen mails: wat moet direct opgepakt worden en wat kan wachten? Zijn er wijzigingen in mijn agenda? Geen dag is hetzelfde, flexibiliteit is essentieel.”
“Proberen achter de voordeur te kijken”
09.00 uur – Casusoverleg met OGGZ-team: samen weten we meer
“Mijn drie andere collega’s druppelen binnen. Onder het genot van een kop koffie of thee bespreken we de nieuwe meldingen: wat speelt er, wat is ons doel en hoe pakken we het aan? Vandaag staan er 25 nieuwe meldingen op de lijst. Ja, dat zijn er inderdaad heel wat! Ik krijg drie casussen van inwoners met een licht verstandelijke beperking toegewezen, mijn expertise. En twee casussen rond verslaving, die ik samen met één van mijn collega’s Jeroen of Ton oppak. Mijn doel is: contact zoeken, contact leggen en een vervolgafspraak maken. Dit kan betekenen dat je vijf keer voor iemands deur moet staan, desnoods met een ‘brievenbusgesprek’. Het overleg is afgerond, ik beantwoord snel mijn laatste mail en stel mijn voorlopige agenda op. Voorlopig, want ik weet nooit helemaal zeker wat de dag brengt.”
“Mijn doel is: contact zoeken, contact leggen, en een vervolgafspraak maken”
11.00 uur – Achter de voordeur waar niemand meer komt
“De tijd vliegt om, dus ga ik snel achter mijn computer op zoek naar digitale informatie over mijn nieuwe cliënten. Mijn zoektocht start op Facebook, Instagram en Google. Terwijl ik online informatie verzamel, belt een bezorgde buurvrouw, Marie*. Zij heeft overlast van haar buurman die sinds een half jaar naast haar woont. Het gaat niet goed met de buurman. Hij vervuilt zichzelf en zijn huis, en de tuin lijkt op een minivuilnisbelt. Marie vermoedt dat de buurman ook een alcoholprobleem heeft; in de tuin liggen allemaal lege drankflessen. Dit kan toch niet zo doorgaan, uit ze zich bezorgd. Straks heeft ze ratten in haar tuin. Bij hem binnenkomen om de overlast te bespreken lukt haar niet. Ik luister, stel vragen en maak een situatieschets. We spreken af dat we langsgaan en haar op de hoogte houden. Ook vraag ik aan haar of zij de melding aan mij wil mailen. Dit om misverstanden over de melding te voorkomen. Ik hang net op en wordt gebeld door cliënt Piet* die totaal in paniek is. We spreken af dat ik rond 13.00 uur bij hem langskom. Ondertussen is het 12.40 uur en mijn maag laat van zich horen. Tijd voor een snelle lunch achter mijn bureau.”
13.00 uur – Een crisis bij Piet
“Ik pak de dienstfiets en fiets naar Piet*. Hij is een man op hoge leeftijd die een jaar geleden van een dorp naar de stad is verhuisd. Het was wennen voor de hoogbejaarde Piet. De buren op het woonerf waren niet de buren die hij vanuit zijn dorp gewend was. En tot overmaat van ramp staat zijn huis tegenover een verpleeghuis, waardoor hij bijna dagelijks geconfronteerd wordt met een rouwauto oftewel de dood. Als ik bij Piet aankom, is hij nog steeds over zijn toeren. De buren hebben zijn driewieler op slot gezet en de sleutel meegenomen. Waarom? Omdat zijn fiets voor de zoveelste keer in de weg stond, blijkt later. Het kost mij ruim een uur om Piet weer rustig te krijgen. Binnenkort maar eens een gezamenlijk gesprekje voeren met de buren om de lucht te klaren. Ook wil ik graag het gesprek met hem aangaan waarom hij zo bang is voor de dood. Niemand heeft toch het eeuwige leven. Terug op kantoor registreer ik mijn bezoek en haast me naar de volgende afspraak.”
“Samen zoeken we naar de beste aanpak”
14.30 uur – Casusoverleg met politie
“Ik stap in mijn auto om naar het politiebureau te rijden voor het driewekelijkse casusoverleg. Net voordat ik wil wegrijden, krijg ik een telefoontje van een leraar van onderwijsinstelling Vonk. Hij vraagt of ik een gastles wil verzorgen aan leerlingen van de opleiding Orde en Veiligheid. Natuurlijk heb ik hier oren naar. We spreken af dat ik het overleg met mijn teamleider en hem zal terugbellen.
Net op tijd arriveer ik op het politiebureau. Op het politiebureau bespreken we de I28-meldingen: zaken waarbij zorg nodig is. Denk hierbij aan: geluidsoverlast, dementie, vervuiling, verslaving, psychiatrische problemen etc. Daarbij komt dat er bijna nooit sprake is van enkelvoudige problematiek. Vandaag behandelen we vijftien meldingen van de afgelopen weken. De casussen zijn complex. Ook ditmaal passeren bekende overlastgevers die hun patroon nog niet hebben aangepast, de revue. Samen zoeken we naar de beste aanpak om de overlast te verminderen en hulp op gang te brengen.”
16.00 uur – Op zoek naar Olga
“Op de terugweg naar huis besluit ik een omweg te maken langs de weggeefkastjes. Olga*, een notoire dakloze overlastgever met psychische problemen, ‘shopt’ hier vaak ’s nachts en laat een spoor van rommel achter. Want wat Olga niet nodig heeft, gooit ze op straat. Boeken, kindervoeding, maandverband, shampoo, blikken bruine bonen, pannenkoekenmix etc. De buurt klaagt en maakt zich zorgen. Helaas vandaag geen spoor van Olga. Ik probeer het nog langs de bekende plekken waar ze weleens gesignaleerd is. Ook daar tref ik haar niet aan. Wellicht heeft de politie nog een tip voor mij. Van de week maar even informeren. En tot die tijd blijf ik naar haar uitkijken. Het hoort erbij: volhouden en blijven volgen.”
“Het is niet hollen en stilstaan,
maar het is altijd hollen”
17.00 uur – De dag zit erop
“Het zit erop voor vandaag. Een dag waarin ik continu ‘aan’ sta, van crisis naar casus en van overleg naar actie. Mijn verpleegkundige achtergrond helpt, maar creativiteit is minstens zo belangrijk in mijn beroep. Soms moet je naast het pad lopen om écht iets te bereiken. Morgen wacht een nieuwe dag met nieuwe uitdagingen – en ik ga ze graag aan.”
* De namen in dit artikel zijn om privacyredenen gefingeerd.
|