Jaargang 2, nr. 3 | november 2024 |
|
|
|
|
Column van Michael Willemsen |
Bemoeizorg: "Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat”
Er was een tijd dat de gemeente opdraaide voor de kosten van psychiatrische opnames in klinieken. Maar die kosten bleken zo torenhoog dat de gemeente Amsterdam in 1931 psychiater Arie Querido op pad stuurde met de prangende vraag: "Kan het niet anders?" Querido reisde af naar de duinen en zag dat langdurige opnames vaak niet nodig waren. Zo ontstond het fundament van de sociale psychiatrie: mensen keerden terug naar de stad, en met vallen en opstaan vonden zij hun plek in de samenleving terug. Ze kregen regelmatig een bezoek aan huis van de OGGZ (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg) om te kijken of ze hulp nodig hadden. Goed voor de mens, goed voor de gemeentekas. Ja zelfs in die tijd speelde de financiële gezondheid van de gemeente een grote rol.
Het praten bij de mensen thuis, de huiskamer als spreekkamer, is langzaam maar zeker verschoven naar een (spreek)kamertje in een gebouw waar je eerst een meldplicht hebt bij een balie en waar je met papieren kunt aantonen dat het wel over jezelf gaat, vóórdat je door kunt lopen. We hebben veel papierwerk te verrichten voordat er eindelijk sprake is van fysiek contact, ja het menselijk contact is naar achteren verschoven. De verantwoordelijkheid om steun en hulp te vragen is onderdeel van zelfontplooiing, persoonlijke privacy en zelfbeschikking. Voor velen is dit prima, maar voor velen die wij binnen de OGGZ spreken, is dit de reden waarom zij zich niet meer melden. Mensen trekken zich terug, zijn vaak op enkelen aangewezen. Zo gaan we van menselijk contact in rustige tijden richting ingrijpen. Ingrijpen is de nieuwe maat voor menselijk contact geworden. Je hebt een melding nodig, een overlastsituatie, aanmaningen en daarbij heb je een titel nodig om in te kunnen grijpen.
Dit is te laat. En dan komt de vraag in mij op: laten we die mensen aan hun lot over (met alle maatschappelijke ellende van dien), of trekken we eropuit? Zo komen we weer terug bij Bemoeizorg.
Bemoeizorg wordt soms afgeschilderd als betuttelend of opdringerig. Maar wie een bredere blik werpt, ziet een ander beeld. Bemoeizorg is een helpende hand, een gesprek zonder voorwaarden en oordeel vooraf. Het is er om problemen vroegtijdig te signaleren en in goede banen te leiden. Voordat er sprake is van een crisis of escalatie. Een Italiaanse hulpverlener zei ooit: "Het is niet moeilijk het geschreeuw te horen wanneer een mens in crisis is. Het is de kunst om ver daarvoor de fluisteringen te verstaan." Door juist in rustige tijden het contact te zoeken, kunnen we noodsituaties voorkomen. Dit alles kunnen wij niet doen zonder onze professionals die in de frontlinie met betrokkenheid, kennis van zaken, creativiteit en doelmatigheid mensen benaderen en niet afwachten tot het te laat is. We hebben deze mensen hard nodig.
Tegenwoordig gaat Bemoeizorg, dat al tientallen jaren goed gewerkt heeft en een belangrijk onderdeel van het zorgsysteem is om problemen te voorkomen, na jaren van afbouw weer de 'pilotfase'* in. Ik leerde ooit van Bemoeizorg-psychiater Tielens dat binnen de Bemoeizorg alles geoorloofd is om tot een gewenst resultaat te komen. Als een pilot nodig is om Bemoeizorg weer in beeld te krijgen, dan is dit ook een mogelijkheid. Met de wijsheid die mijn moeder me heeft meegegeven – "Als het niet gaat zoals het moet, dan moet het maar zoals het gaat" – ligt het aan ons, als samenleving, om deze aanpak te waarderen en te behouden. Ik zeg: aan de slag!
Wil je meer lezen over de pilot domeinoverstijgende bemoeizorg en onze samenwerkingspartners, ga dan naar Voorkant - Samenwerken mensen met onbegrepen gedrag.
Michael Willemsen
Teamleider OGGZ Vangnet & Advies GGD Hollands Noorden
* Een pilot is een kleinschalige implementatie van het product, concept of idee om de
levensvatbaarheid aan te tonen. Het doel is om te beoordelen of het geteste succesvol
zou kunnen zijn bij een grootschalige implementatie of productlancering.
Eerder verschenen columns:
|
|
|
|
|
|