SPF
Eerder dit jaar bereikten cao-partijen een akkoord over onze nieuwe pensioenregeling. Ook spraken ze af hoe we overgaan van de ene naar de andere regeling (vastgelegd in het zogenaamde transitieplan). Vervolgens is het pensioenfonds aan zet. Het fonds onderzoekt de evenwichtigheid en ook de uitvoerbaarheid van de afspraken. Sandra Schellekens en Martin Mos, allebei lid van het pensioenfondsbestuur, geven een kijkje achter de schermen.
Martin: “Voordat wij officieel ja zeggen tegen de uitvoering, moeten we exact weten waar we aan beginnen. Natuurlijk is het niet zo dat we helemaal blanco waren. We zijn nauw betrokken geweest bij de voorbereiding van de cao- onderhandelingen en de totstandkoming van het transitieplan. We hebben vanaf het begin meegedacht met de cao-partijen. Toch blijft het accepteren van de uitvoering een belangrijk moment. Je wilt zeker weten of het allemaal evenwichtig en haalbaar is. Vandaar dat we het transitieplan aan de hand van een eigen toetsingskader, noem het een meetlat, nog eens grondig hebben gecheckt.”

Sandra: “We hebben bijvoorbeeld de grote groep van (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden opgedeeld in subgroepen, zoals jonge deelnemers, deelnemers van middelbare leeftijd en oudere deelnemers. Daarvoor zijn de plussen- en minnen bestudeerd. We moeten zelf tot de conclusie komen dat de hele transitie voor onze deelnemers evenwichtig uitpakt.”
”Wat er nu in Nederland gebeurt, is één van de grootste veranderingen op pensioengebied die ooit is doorgevoerd”
— Sandra Schellekens
Martin: “Een ander belangrijk punt is onze data. Bij de overgang moeten de gegevens van al onze deelnemers kloppen. Het gaat om hun geld, hun inkomen. Iedereen moet exact het juiste bedrag toebedeeld krijgen als er straks bij de overgang het vermogen wordt verdeeld (dat noemen we invaren). Dat lukt alleen als de kwaliteit van de gebruikte gegevens optimaal is. Ook dat hebben we grondig gecheckt.”

“Verder speelt in de hele overgang naar de nieuwe regeling onze pensioenuitvoerder Achmea Pensioenservices natuurlijk een cruciale rol. Zij voeren de administratie voor ons pensioenfonds uit. Voor onze nieuwe regeling bouwen ze een compleet nieuw administratiesysteem. Lukt dat en binnen welke tijd? Eerder was als streefdatum 1 januari 2026 afgestemd met Achmea Pensioenservices en deze datum is ook opgenomen in het transitieplan. Wij hebben aangegeven dat we alleen met een nieuw systeem willen starten als dat voor 100% klaar is. Onder die voorwaarde bleek de streefdatum niet haalbaar. Vandaar dat de datum is aangepast naar 1 januari 2027.”

Sandra: “Wat er nu in Nederland gebeurt, is één van de grootste veranderingen op pensioengebied die ooit is doorgevoerd. Het gaat landelijk om zo'n 1.500 miljard euro aan vermogen dat omgezet moet worden. Heel ingrijpend en complex. Voor iedereen is het nieuw. Voor pensioenfondsen, vakbonden, pensioenuitvoerders en ook voor de toezichthouders. Het is een complexe operatie. Hoe moeten wettelijke regels tot op detailniveau vertaald worden naar de praktijk. Dat is voor iedereen een grote opgave. Heel bewust gaan wij als Rabobank Pensioenfonds niet als eerste over, waardoor we ook nog kunnen zien hoe het de fondsen, die als eerste gaan, vergaat. Zo nodig kunnen wij daar nog lessen uit trekken.”

We hebben de opdracht aanvaard
Sandra: “Los van het uitstel hebben we als pensioenfonds nu officieel de opdracht om de nieuwe regeling uit te voeren, aanvaard. Onze conclusie is dat de pensioenregeling evenwichtig en haalbaar is, alleen wel met een jaar uitstel.”

Eén jaar uitstel, wat betekent dat voor mij?
Martin: “Door het uitstel blijft de huidige regeling een jaar langer gelden. Tot en met 2026 gelden dus nog steeds de regels zoals die ook voor dit jaar gelden. In die zin verandert er voorlopig nog niets. Dus als gepensioneerden bijvoorbeeld vragen: wat betekent het uitstel voor mijn indexatie? Dan is het antwoord dat zo’n pensioenverhoging berekend wordt volgens de huidige regels. Wel willen we de overgang op een financieel gezonde manier kunnen maken. De buffer die resteert, wordt straks bij de ingang van de nieuwe regeling over al onze (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden verdeeld. De extra keuzes die er straks komen, zoals het kunnen kiezen voor een beleggingsprofiel gelden ook voor al onze (gewezen) deelnemers en gaan een jaar later in.”

De belangrijkste stappen voor het komend jaar
Martin: “Kijken we naar 2025 dan is er veel aandacht voor de afstemming met de toezichthouders DNB en AFM over de nieuwe pensioenregeling. Ook van die kant wordt nauwlettend meegekeken. Zowel op implementatiegebied als voor de communicatie met onze deelnemers. Nu de opdracht aanvaard is, dienen we het zogeheten implementatieplan in bij DNB. Die toetst onder andere of de herverdeling van het vermogen correct is, zoals die door ons wordt voorgesteld. Daar zijn wettelijke normen voor waar ieder pensioenfonds zich aan moet houden. Maar ook hier geldt weer dat we al langere tijd in dialoog zijn met DNB. Ik heb er alle vertrouwen in dat ook dit spoor goed verloopt.”
Sandra: “Onderdeel van het implementatieplan is het communicatieplan. Het is cruciaal dat we onze deelnemers zorgvuldig meenemen in de veranderingen en uitleggen wat die veranderingen persoonlijk voor hem of haar betekenen. Hoe we dat doen, is vastgelegd in het communicatieplan dat we hebben opgesteld voor de overgang naar de nieuwe pensioenregeling. Het is belangrijk dat deelnemers bijvoorbeeld tijdens de overgang tijdig zicht krijgen in hun pensioenpot en de manier waarop het vermogen wordt verdeeld.”

“Er is veel te communiceren. Denk aan de extra keuzes die deelnemers met de nieuwe regeling krijgen. Je kunt pas kiezen als je weet en begrijpt wat je te kiezen hebt. Dat moeten we goed begeleiden. Dit communicatieplan is ook wettelijk verplicht. Dat plan sturen we nu voor feedback naar de AFM.

We hebben het plan ook besproken met het verantwoordingsorgaan en de werkgever. Zij vertegenwoordigen tenslotte onze deelnemers. Wij vinden het belangrijk om hen en onze deelnemers steeds mee te nemen in het proces op weg naar de nieuwe pensioenregeling.
”De grootste uitdaging vind ik persoonlijk hoe we de deelnemer meenemen in het hele veranderingsproces.”
— Martin Mos
Belangrijkste uitdagingen
Martin: “Natuurlijk zijn we benieuwd hoe de toezichthouders op onze plannen reageren. En ook de voortgang bij onze pensioenuitvoerder heeft onze volle aandacht. Maar persoonlijk vind ik de grootste uitdaging hoe we de deelnemer meenemen in het hele veranderingsproces.”

Sandra: “Voor de begeleiding van de deelnemer gelden strenge eisen. De wet verlangt dat we de uitleg persoonlijk maken. We moeten inhaken op de persoonlijke omstandigheden van de deelnemer. Voor een jonge deelnemer is de situatie anders dan voor iemand die vlak voor zijn pensioen staat. We moeten voor iedereen begrijpelijk maken hoe we van de ene naar de andere regeling gaan en welke keuzes daarbij te maken zijn.”

“Hoeveel weten deelnemers al van de overgang naar de nieuwe regeling? Met een steekproef onder deelnemers hebben we dat dit jaar onderzocht. Op deze uitkomsten bouwen we verder in onze communicatie. We hebben vijf hoofdthema’s aangewezen. En bij al die thema’s communiceren we van algemeen naar steeds specifieker per doelgroep. De communicatie is gelaagd. We gaan tussentijds meten hoe onze deelnemers dit ontvangen. Gaandeweg beoordelen we of we op de goede weg zitten. En sturen we bij waar gewenst.”

Wat betekent het hele proces persoonlijk voor Martin en Sandra?
Sandra: “Ik ben trots op de samenwerking zoals die tot nu toe is verlopen. Niet alleen met cao- partijen, maar bijvoorbeeld ook met het verantwoordingsorgaan. Met respect voor elkaars formele rollen zijn we intensief met elkaar opgetrokken. De samenwerking is heel open en transparant. Dat had ook anders kunnen zijn. Als iedere partij de kaarten tegen de borst had gehouden, is de kans groot dat je vroeg of laat tegenover elkaar komt te staan. Daarvan was bij ons geen sprake; de samenwerking is op alle fronten prettig en constructief verlopen.”

Martin: “Het gaat om een historische verandering. Ik ervaar het als een voorrecht dat ik hieraan mee mag werken. Ik heb een lange carrière achter de rug in de pensioensector. Ik ben nu 61 jaar en ben nog een paar jaar bezig om de nieuwe regeling te implementeren, maar terugkijkend, is deze laatste klus voor mij echt de kers op de taart van mijn werkzame leven.”

Sandra: “Daar wil ik nog aan toevoegen dat ik het mooi vind dat iedereen werkt voor het beste voor de deelnemer. Het belang van de deelnemer staat voorop. Dat kom ik elke dag om mij heen tegen en dat maakt het zo bijzonder om voor een pensioenfonds te werken. De betekenis van het werk is heel duidelijk. Je weet voor wie je het doet en daar wil je het beste voor.”
Implementatieplan
Je kan meerdere documenten over de overgang van de huidige naar de nieuwe regeling inzien. Hier vind je onder meer het integrale implementatieplan en een samenvatting met de belangrijkste punten. Ook staat hier het communicatieplan samen met een samenvatting.