Leiden
Stadsnieuws
Algemeen
De universiteit tijdens de slavernij
In dit pand, op Rapenburg 70, zit het bestuur van de Universiteit Leiden. Haar geschiedenis raakt op een paar belangrijke punten die van de Nederlandse slavernij.


De Laet en Vorstius
In 1621 werd de eerste West-Indische Compagnie opgericht, de WIC. De VOC voer naar het huidige Indonesië, de WIC naar Suriname en het Caribisch gebied. Een van de grondleggers van die compagnie was Johannes de Laet, die toen als taalwetenschapper bij de Universiteit Leiden werkte. Elke belangrijke stad in Nederland kreeg een zetel in het bestuur. Namens Leiden was dat dr. Aelius Vorstius, die niet alleen bij de universiteit werkte, maar ook rector magnificus was. Hij zat daar om de Leidse lakenhandel te vertegenwoordigen. Net zoals nu hoogleraren soms minister worden, was het destijds niet ongebruikelijk dat een carrière aan de universiteit ook een carrière in de politiek betekende.
 
Kritische hoogleraren
Toen Nederland in de eeuw daarna steeds meer slavernij ging bedrijven, schreven een paar hoogleraren kritische pamfletten. Maar het bleef grotendeels bij pamfletten. Er was maar een heel kleine minderheid van professoren die in actie kwam.

Twee belangrijke anti-slavernij hoogleraren waren Hendrik Willem Tydeman en Johan Frederik van Oordt. Die laatste gebruikte zijn status als rector magnificus om de nationale regering aan te spreken. In 1842 werd hij samen met Tydeman gevraagd om te komen vergaderen op het Ministerie van de Marine, waar de twee hoogleraren werd verzocht om geen antislavernijvereniging op te richten, en wat meer geduld te hebben voor de regering. De twee stemden hiermee in. Daarna viel het slavernijdebat bijna tien jaar stil.
 
Macht en status
Ook studenten raakten betrokken bij de slavernij. De Universiteit Leiden heeft twee gouverneurs van Suriname en twee secretarissen van de Sociëteit van Suriname opgeleid, en generaties lagere koloniale bestuurders. In de monumentale panden aan het Rapenburg woonden families met grote economische belangen in de koloniën; een aantal bezaten hun eigen plantages. Zij stuurden hun kinderen naar de universiteit om ze klaar te stomen voor een succesvolle carrière als bestuurder, advocaat of geestelijke. Net als nu opende een universitair diploma deuren. En omdat slavernij destijds deel was van de hele Nederlandse samenleving, kon dit ook betekenen dat een diploma iemand in staat stelde om bijvoorbeeld plantage-eigenaar te worden.
 
Kennis en kolonialisme
Naast een school is de universiteit ook een plek waar onderzoek wordt gedaan en kennis wordt gecreëerd. En die kennis – van universiteiten uit heel Europa – speelde een belangrijke rol bij het kolonialisme. Europeanen gingen naar Afrika, Azië en Zuid-Amerika in de volle overtuiging dat zij het beste wisten hoe iedereen z’n zaken moest regelen. Slavenhouders gingen ervan uit dat de mensen die ze bezaten niets wisten dat de moeite waard was. Dit hing allemaal samen met een geloof in de superioriteit van Westerse mensen en Westerse kennis.

Sommige hoogleraren hebben zelfs geprobeerd die superioriteit wetenschappelijk aan te tonen. Een berucht voorbeeld is de phrenologie, of schedelmeting. Aanhangers hiervan dachten dat je iemands intelligentie en karakter kon aflezen aan de afmetingen en de knobbels op iemands schedel. In de praktijk werd dit vooral gedaan om te ‘bewijzen’ dat witte mensen van nature slimmer en beter waren dan alle andere mensen ter wereld.

De grondlegger van dit idee, filosoof en arts Petrus Campers, woonde in Leiden. Zelf hoopte hij juist dat de schedelmetingen zouden bewijzen dat mensen helemaal niet zoveel van elkaar verschilden. Zijn methode werd gekaapt en ingezet om het tegenovergestelde te laten zien.
 
Stilte
Deze anekdotes laten iets zien over de uitzonderlijke mensen die aan de universiteit hebben gewerkt. Maar het is goed om te onthouden dat we hun namen nog kennen omdat ze uitzonderlijk waren. Verreweg de meeste hoogleraren, studenten en bestuurders van de universiteit hebben zich niet uitgesproken tegen de slavernij. Ze gingen mee met de loop van de geschiedenis.

Tegenwoordig proberen steeds meer academici die stilte te doorbreken. Aan de faculteit Geschiedenis wordt veel onderzoek gedaan naar het slavernijverleden. Maar ook in andere faculteiten wordt er gediscussieerd over de nasleep van die geschiedenis, en welke rol de universiteit en wetenschappers in het algemeen daarin hebben gespeeld.

Mapping Slavery in Leiden organiseert stadswandelingen over het slavernijverleden van Leiden. Je kunt je via mappingslaveryinleiden@gmail.com aanmelden voor wandelingen op 22 oktober, 12 november, 3 december, 7 en 28 januari, 18 februari, 10 en 31 maart, 21 april, 12 mei en 2 juni. Deze zondagse wandelingen beginnen om 15.00 uur bij de Lutherse Kerk aan de Hooglandse Kerkgracht en duren ongeveer 2 uur. Voor wie wil, is er daarna tijd voor een drankje en een nagesprek.
Facebook   Twitter   Instagram   Linkedin