Leiden
Stadsnieuws
Algemeen
Garrelt Verhoeven: “We weten te weinig over ons slavernijverleden”
De Universitaire Bibliotheken Leiden beschikken over een omvangrijke collectie boeken, handschriften, kaarten, prenten, foto’s en andere documenten over ons koloniale verleden in ‘de West’: de Caribische Collecties. Garrelt Verhoeven, boekhistoricus bij Bijzondere Collecties van de Universitaire Bibliotheken Leiden, grijpt dit herdenkingsjaar van de afschaffing van de slavernij aan om die collectie naar buiten te brengen. “Mensen roepen van alles over ons slavernijverleden, maar weten weinig”, aldus Verhoeven. De ontsluiting van de Caribische Collecties moet daar verandering in brengen.

Toen boekhistoricus Garrelt Verhoeven 10 jaar geleden een tentoonstelling over het slavernijverleden organiseerde, mocht dat woord ‘slavernij’ eigenlijk niet in de titel. Te pijnlijk, te ingewikkeld. Inmiddels wordt het gesprek over het koloniale verleden op verschillende plekken gevoerd. Ook de Universitaire Bibliotheken Leiden herdenken dit jaar de afschaffing van de slavernij.

Een jaar lang staan de Caribische Collecties in de schijnwerpers. Die omvatten boeken, tekeningen, foto’s en kaarten uit en over de voormalige koloniën Curaçao, Aruba, Bonaire, Saba, Sint Maarten, Sint Eustatius en Suriname. Aan Garrelt Verhoeven de taak om de omvangrijke Caribische Collecties naar de buitenwereld te brengen. Het themajaar zit vol talkshows, boekensalons, podcasts, een themanummer van het blad De Boekenwereld en een tentoonstelling in Museum De Lakenhal. 


Garrelt Verhoeven is boekhistoricus bij Bijzondere Collecties van de Universitaire Bibliotheken Leiden (Foto: Wouter Keuris)

De nasleep van ons  koloniale verleden maakt veel los. Wat is de rol van een bibliotheek daarin?
“We zijn als bibliotheek niet activistisch en het gaat ons er niet om met een belerend vingertje te wijzen. Maar het is wel onze taak om kennis te ontsluiten en te verspreiden, ook over dit onderwerp. Mensen roepen van alles over ons koloniale verleden, maar weten weinig. Als je kinderen van 12 vraagt waarom er Caribische Nederlanders in Nederland wonen, hebben ze geen idee. Dat is toch gek? Als je je verleden kent, begrijp je het heden ook beter en kun je meer begrip en respect voor elkaar opbrengen.

Hoe komt het dat we 160 jaar nodig hebben gehad om eindelijk naar buiten te komen met geschriften over ons koloniale verleden?
"Dat kun je je inderdaad afvragen. Nederland heeft er altijd een handje van gehad om dit onderdeel van het verleden weg te moffelen. We hebben ons in bochten gewrongen om recht te praten wat krom is, óók in de wetenschap. Je ziet dat bijvoorbeeld aan de zwartepietendiscussie, waar sommige mensen blijven volhouden dat het een eeuwenoude traditie is. Maar als je je erin verdiept, zie je dat dat aantoonbaar onjuist is. Pas in de jaren ’50, toen er veel Surinamers naar Nederland kwamen, zijn we die rol van Zwarte Piet gaan aandikken. Blijkbaar vinden we het moeilijk om dat idee van een traditie los te laten. Dat voelt als een persoonlijke aanval."

Wat uit de Caribische Collecties spreekt het meest tot jouw eigen verbeelding?
"Ik kreeg op een gegeven moment een inventarislijst van een plantage onder ogen. Daar stonden de tot slaaf gemaakten tussen de meubels en andere bezittingen opgesomd niet als mens, maar als eigendom. Dat was voor mij een eye-opener. Net als iedereen van mijn generatie heb ik op school nooit iets geleerd over slavernij. Ik was ook ooit één van die kinderen die van niets wist."

Wat is de betekenis van Anton de Kom in de Caribische Collectie?
"Hij beschreef in Wij slaven van Suriname de geschiedenis van zijn land vanuit een nieuw, Surinaams en anti-koloniaal perspectief. Rubia Zschüschen, een Surinaamse studente in Leiden, kwam in 1969 een eerste druk tegen in de Universiteitsbibliotheek, samen met haar mede-student Paul Day. Het was al gepubliceerd in 1934, maar daarna in de vergetelheid geraakt. Het boek sloot aan bij het groeiende bewustzijn van de Surinamers. Zschüschen en de andere leden van de Surinaamse Studenten Unie (SSU) typten het hele boek over, en brachten het uit als een gestencilde uitgave. Dat was het begin van de herwaardering van Anton de Kom.

In het najaar is er een tentoonstelling in De Lakenhal. Wat is daar straks zien?
"We gaan een klein deel van de enorme hoeveelheid materiaal over ons koloniale verleden laten zien. Dat verleden is op allerlei manieren verbonden met de Leidse geschiedenis. De tentoonstelling draait om Anton de Kom en de Surinaamse Studenten Unie (SSU) in Leiden. Ook Rubia Zschüschen was daar lid van. We hebben nu contact met Paul Day, oud lid van de SSU en nog altijd in Leiden gevestigd. Veel leden zijn later actief geworden in de politiek. We hebben hen gevraagd hun verhaal te vertellen en hun archieven voor ons te openen."

Wat hoop je dat er veranderd is na dit themajaar?
"Ik maak me zorgen over de polarisatie in de samenleving. De geschiedenis is niet zwart-wit, die heeft vele tinten. Met meer kennis kun je daar betere, minder gepolariseerde gesprekken over voeren. Je kunt eens per jaar om een standbeeld gaan staan om het slavernijverleden te herdenken, maar ik denk dat je meer maatschappelijke verandering teweegbrengt met permanente aandacht voor ons verleden.”

Bent u lid geweest van de SSU en heeft u nog materiaal uit die tijd? Neem dan contact op met Garrelt Verhoeven via g.verhoeven@library.leidenuniv.nl

Wie persoonlijke verhalen heeft of kent over het slavernijverleden in Leiden en die wil delen of een voorstel heeft voor de herdenking in 2023, kan contact opnemen met Peggy Wijntuin via: p.wijntuin@leiden.nl
Facebook   Twitter   Instagram   Linkedin