|
Ruud Meester: We onthouden mensen een plek in de maatschappij waar ze recht op hebben |
Naam: Ruud Meester
Beroep: HRM manager en mediator, voorzitter Raad van Kerken Leiden
Geboren: Amsterdam, 1944
Karakter: spontaan, enthousiast, open en betrouwbaar
Motto: Ik wil mijn leven inhoud geven. Ik spoor mijzelf altijd aan met: never underestimate anybody!
Discriminatie, slavernij, het koloniale verleden; het waren geen onderwerpen waar Ruud Meester zich actief mee bezighield. Tot hij het verzoek kreeg om als voorzitter van de Raad van Kerken Leiden mee te doen met Keti Koti en een Black Lives Matter-demonstratie. Het slavernijverleden leeft in ons allemaal, dat moet je accepteren, vindt hij nu.
De afschaffing van de slavernij was voor Ruud Meester altijd een ijkpunt in de geschiedenis. “Ik beschouwde het als het bewijs dat we als maatschappij vooruit bewegen. Er is immers niemand meer vóór slavernij? We hebben het achter ons gelaten, het is opgelost.” Het maakte, zegt hij, dat hij ook niet meer hoefde na te denken over het koloniale verleden. “Het was simpelweg geen onderwerp waarbij ik stilstond.”

Verantwoordelijkheid
Dat verandert wanneer Meester wordt gevraagd Keti Koti, de herdenking van de afschaffing van de slavernij, bij te wonen en mee te doen met de organisatie van de Black Lives Matter-demonstratie in 2021. Hij raakt daar in gesprek met een voorbijganger die zich beledigd voelt door de bijeenkomst. De man heeft het gevoel dat hij de verantwoordelijkheid krijgt opgedrongen voor iets waar hij nooit aan heeft meegedaan. Meester herkent het ongemak. “Ik heb het mezelf ook afgevraagd: moet ik me nu echt gaan verdiepen in de vraag of ik iets te maken heb met het koloniale verleden?” Hij begint te lezen. Slavernij en beschaving van Karwan Fatah-Black, Wij slaven van Suriname van Anton de Kom, Congo van David van Reybrouck, De Zanzibardriehoek van Martin Bossenbroek. “We zijn het resultaat van de geschiedenis achter ons”, zegt hij nu. “Het slavernijverleden leeft in ons allemaal, dat moet je accepteren. En het is onderdeel van een veel groter probleem in onze maatschappij: mensen horen er nog steeds niet bij. Ik heb mijn kinderen nooit hoeven wapenen tegen discriminatie, maar er wonen mensen tussen ons in die dat wel moeten doen. Wij wéten dat niet eens! Dáár moeten we ons wel degelijk verantwoordelijk voor voelen.”
Rol van de kerken
De Raad van Kerken Leiden, waar Meester voorzitter van is, heeft als een van de doelen een ‘bijdrage te leveren aan het welzijn van mensen in de samenleving’. Wat betekent dat voor de positie die de kerken innemen in de discussie over het slavernijverleden? Meester: “De kerken zijn zeker bezig met de slavernijdiscussie en hun rol daarin. We hebben als kerk bloed aan onze handen, want we zorgden voor een theologische onderbouwing van slavernij en incasseerden de rijkdommen die dat systeem opleverde. Dat is een ongemakkelijke waarheid waar we ons in moeten verdiepen.” Als voorzitter ziet Meester het als zijn taak om “zaken open te breken en waarheden ter discussie te stellen”, zegt hij. “Niet iedereen wil er over praten, mensen vinden het ‘ingewikkeld gedoe’. Maar ik ga het onderwerp niet uit de weg. We zijn het er allemaal over eens dat slavernij verwerpelijk was. Waarom is het dan toch zo moeilijk om erover in gesprek te gaan?”
Macht
Meester werd in de jaren ’70 opgeleid aan de Sociale Academie, waar hij leerde nadenken over macht. “Discussies en ruzies gaan vaak over iets anders dan waarover ze lijken te gaan. Er ligt machtsmisbruik en ongelijkheid onder die het gevolg zijn van ons verleden en die diep zitten verankerd in de maatschappij. We onthouden mensen een plek in de maatschappij waar ze recht op hebben. Ik wist daar lang niets van en het interesseerde me ook niet, dat moet ik toegeven. Maar ik ben daarin veranderd. De pijn van het verleden bestaat nog steeds en wordt nog steeds toegebracht. Het is ook niet makkelijk; onze verscheidenheid levert spanningen op. Maar uiteindelijk zijn we allemaal mensen, afkomstig uit dezelfde bron. We hebben elkaar nodig en kunnen het ons niet permitteren om elkaars sterke punten niet te gebruiken. Herstel begint met de erkenning van elkaars waardigheid.”
Verdachtenbank
Hij gaat ook dit jaar zeker weer naar Keti Koti als vertegenwoordiger van de kerken in Leiden. Gemakkelijk vindt hij dat niet. “De kerken hebben slavernij gepromoot en georganiseerd. Dus ik vertegenwoordig daar een groep die in de verdachtenbank staat. Maar ik ben ook een optimist. De kerk is gebouwd op het verhaal van medemenselijkheid en we kunnen ook een samenleving opbouwen die daarop gebaseerd is. Dat gaat met vallen en opstaan, maar dat is niet erg. Je eigen waarheid durven loslaten is een goed begin, die is niets meer dan een voorlopige veronderstelling. Laten we met elkaar in gesprek gaan en ophouden om het altijd beter te willen weten.”
Wie persoonlijke verhalen heeft of kent over het slavernijverleden in Leiden en die wil delen of een voorstel heeft voor de herdenking in 2023, kan contact opnemen met Peggy Wijntuin via: p.wijntuin@leiden.nl |
|
|
|
|
|