Nederlands Instituut van Psychologen
 
 
 
Geslaagde behandeling
Een bewoonster in het verpleeghuis, bekend met de gevolgen na een CVA en een diagnose borderline persoonlijkheidsstoornis was ervan overtuigd dat haar overleden ex-man haar al jaren stalkte om haar gek te maken. Wanneer zij bepaalde kleding niet kon vinden dacht zij dat haar ex-man deze had weggemaakt en wanneer er werklui op het dak bezig waren wist zij zeker dat haar ex-man deze personen had ingehuurd om haar af te luisteren. 
 
Deze vrouw had reeds diverse CGT-behandelingen gekregen om haar van deze achterdocht af te helpen, maar deze behandelingen zorgden er enkel voor dat ze zich niet serieus genomen voelde en behandelaren en verpleging steeds meer ging wantrouwen. Er ontstonden regelmatig grote conflicten tussen haar en het zorgteam. 
 
In de individuele gesprekken met een andere GZ-psycholoog werd daarom de focus gelegd op het opbouwen van een vertrouwensband en het uitzoeken “waarom haar overleden ex-man haar steeds maar stalkte”. Het werd duidelijk dat hij haar in het verleden al vaak kleineerde en op de kast wist te jagen. Dat was voor haar ook de reden waarom ze uiteindelijk bij hem weg was gegaan. Iets wat haar heel veel moeite had gekost, maar waar ze wel trots op was dat ze dat had gedaan. Er werd geconcludeerd dat hij haar nu nog steeds op de kast wilde jagen. We zouden hem dus het meest dwarszitten als zij dit niet liet gebeuren; steelt hij tijdelijk kleren van haar, dan zou ze dat over zich heen laten proberen komen, zou hij haar willen afluisteren, dan moest hij dat maar doen, hij kon er toch niets mee. In dit proces werd zij begeleid door de GZ-psycholoog en werd benadrukt dat het niet erg zou zijn wanneer ze af en toe toch een terugval zou hebben. Ook werd de verpleging gevraagd haar te complimenteren als zij adequaat zou reageren op een situatie. Zelf moest zij goed letten op haar  successen.
 
De dame kon steeds makkelijker omgaan met “het handelen van haar ex-man”. Het gaf haar steeds minder spanning en ze vertelde dat haar ex-man steeds minder pesterijen toepaste. Hij verdween langzaamaan uit haar en zij begon zich steeds krachtiger te voelen. Het contact met behandelaren en verpleging verliep zonder conflicten en verschillende psychofarmaca konden worden afgebouwd. Er kwam zelfs ruimte om te bespreken dat haar kleding per ongeluk bij een medebewoner terecht gekomen was en dat dat de reden was dat ze deze kwijt was. 
 
Het doel in deze “ behandeling”  was de spanning weghalen van haar ervaringen en van haar contacten met de behandelaren en het zorgteam. Daarom werden getracht de lading van haar gedachten af te halen. Door de dalende spanning namen de waangedachten verder af en begon zij zich steeds sterker te voelen. Het contact met de verpleging werd gelijkwaardiger.. De waangedachten zijn in de jaren daarna niet meer teruggekomen. 
+31 30 820 15 00  |  info@psynip.nl  |  www.psynip.nl  |  © 2024 NIP
Volg ons:
Facebook   Twitter   Linkedin