Aansluiting vo-hbo Rotterdam
Samenwerken aan een betere aansluiting vo-ho
 Een luisterend oor is vaak al een deel van de oplossing voor studentenwelzijn
Het goede nieuws: de hoge gevoelens van ongenoegen en eenzaamheid die in de coronaperiode werden ervaren, zijn niet meer terug te vinden in de recente statistieken over studentenwelzijn. De curve laat een daling zien naar het niveau van 2018. Het slechte nieuws: dat niveau is nog steeds zorgwekkend hoog. Studenten die kampen met uitputting en een gebrek aan motivatie lopen een groot risico op studievertraging en voortijdige studie-uitval.
Dat vertelde Elisabeth Klinkenberg in haar presentatie op de conferentie van 26 maart in Rotterdam. Klinkenberg is onderzoeker studentenwelzijn bij het lectoraat Studiesucces van Hogeschool Inholland. 

Betrokkenheid 
Studentenwelzijn hangt nauw samen met de mate waarop studenten zich betrokken voelen bij hun school of opleiding. Hoe hoger die betrokkenheid, hoe groter ook de kans dat zij hun studie voltooien. Om succesvol te zijn hebben leerlingen en studenten niet alleen de juiste begeleiding nodig vanuit onderwijsinstellingen, maar ook goed contact met medeleerlingen en studenten, docenten en coaches. 
Onderwijsinstellingen hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid om studenten te ondersteunen, zegt Klinkenberg. Zij kunnen stress-factoren wegnemen of juist positieve elementen vergroten. Zo kunnen ze studenten aanmoedigen om tijdig rust te nemen, maar ook bevlogenheid weer aanwakkeren via een hobby.

Gemotiveerd maar uitgeput
Klinkenberg verdeelt de scores uit haar onderzoek naar studentenwelzijn over twee dimensies: bevlogen versus onverschillig en energiek versus uitgeput. Daarbij springen allereerst de bevlogen studenten in het oog: een grote groep studenten die gemotiveerd is, maar lijdt onder (prestatie)druk. Zij zijn niet alleen erg betrokken bij hun studie, maar hebben vaak ook meer angst om te falen. 
Opleidingen kunnen deze studenten meer ruimte geven om fouten te mogen maken. Ook hebben deze studenten behoefte aan begeleiding op het gebied van planning en stressmanagement. “Deze groep loopt een groot risico op uitstelgedrag”, zegt Klinkenberg. “Duidelijke communicatie geeft houvast. Als de informatie onvolledig is, kan dat net de druppel zijn die de emmer doet overlopen.”

Onverschillig en uitgeput
De allergrootste groep is echter de categorie studenten die hoog scoort op zowel onverschilligheid als uitputting: 48 procent. Emotioneel uitgeputte studenten ervaren depressiviteit en hebben veel last van stress. 
Het is voor begeleiders een uitdagende groep, want deze studenten zijn niet geneigd om hun zorgen te delen. Begeleiders dienen daarom de eerste stappen te zetten om het contact op te zoeken. “Verken of de student wel op de juiste plek zit, zonder daarover te oordelen,”, zegt Klinkenberg. “Laat de student weten dat het oké is om te accepteren dat het even wat minder goed gaat. Bied daarvoor ook ondersteuning aan.”

Toegang tot hulp
Ook de weg naar het hulpaanbod dient eenduidig en laagdrempelig te zijn. Zoek het in bestaande tools, want er is al zoveel, adviseert ze. Bied een duidelijke samenhang tussen het lesmateriaal de rest van de opleiding en de beroepspraktijk. “Zet ook in op fysiek welbevinden, zoals bewegen, gezond eten en voldoende slaap.” 

Tot slot is het belangrijk om studentenwelzijn continu te blijven meten, benadrukt Klinkenberg. “Ga in gesprek en laat studenten weten wat er met hun feedback wordt gedaan om studentenwelzijn te verbeteren.”

Bekijk de presentatie >
Website