Vanaf 1 januari 2025 gelden nieuwe NHG-regels. We leggen je graag 2 belangrijke wijzigingen uit.
Toevoegen van een erfgenaam
Als een consument overlijdt, kan je een inwonende erfgenaam toevoegen aan de lening met NHG. Die erfgenaam kan dan gebruik maken van het vangnet dat NHG biedt. Dit was eerder niet mogelijk zonder een nieuwe hypotheek af te sluiten. De erfgenaam moet wel in de woning blijven wonen en hoofdelijk aansprakelijk worden voor de lening.
Waarom deze wijziging?
We willen het makkelijker maken voor erfgenamen om in de woning te blijven. Dit voorkomt onnodige kosten en stress.
Wat zijn de voorwaarden?
- De erfgenaam is hoofdelijk aansprakelijk voor de lening.
- De erfgenaam is de enige eigenaar van de woning.
- De erfgenaam bewoonde de woning al als hoofdverblijf op het moment van overlijden van de consument.
- De erfgenaam blijft de woning als hoofdverblijf bewonen.
Willen meerdere erfgenamen samen de lening met NHG voortzetten? Dan gelden de volgende voorwaarden:
- Deze erfgenamen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de lening.
- Deze erfgenamen zijn de enige eigenaren van de woning.
- Deze erfgenamen moeten allen de woning als hoofdverblijf gaan bewonen. Minimaal één van hen bewoonde de woning al als hoofdverblijf op het moment van overlijden van de consument.
De volledige tekst staat in hoofdstuk D.1.2.2 van de V&N.
Waardebepaling in beheer
Maakt de geldverstrekker gebruik van woningbehoud-tools om hypotheekproblemen op te lossen? Dan kan de waarde van de woning nu op meerdere manieren worden bepaald. Dit hoeft niet meer alleen met een (hybride) taxatie.
Waarom deze wijziging?
We willen het proces eenvoudiger en flexibeler maken voor geldverstrekkers en consumenten. Dit bespaart tijd en kosten. Dit maakt het makkelijker om consumenten te helpen bij woningbehoud.
Wat zijn de voorwaarden?
- De geldverstrekker mag de waarde van de woning volgens de eigen regels bepalen. Dat kan nu bijvoorbeeld ook door een modelmatige waardebepaling of WOZ-beschikking.
Dit geldt alleen als de lening wordt aangepast voor woningbehoud en er geen verhoging van de lening is. Je leest hier meer over in hoofdstuk D.5.3 van de V&N.
|