NHG-standaard Urineweginfecties |
In de vorige versie van de NHG-standaard ‘Urineweginfecties’ was het mogelijk en gebruikelijk om bij niet-zwangere, gezonde vrouwen met klachten die zij herkenden van een eerdere cystitis, de diagnose ‘urineweginfectie’ te stellen zonder urineonderzoek te verrichten. Omdat deze strategie kan leiden tot overbehandeling, wordt ze afgeraden in de nieuwste versie van de richtlijn.
Ook bij gezonde, niet-zwangere vrouwen wordt aangeraden bij voorkeur diagnostiek te verrichten met behulp van de urinestick en niet alleen op geleide van klachten te behandelen.
U zult misschien al gemerkt hebben dat de triagisten aan de telefoon meer terughoudend zijn met het ongezien uitschrijven van een kuur. Steeds vaker proberen ze patiënten met een zelfzorg advies te helpen.
Als patiënten toch om een antibioticumkuur blijven vragen, kan het zijn dat de triagist dit met u als telefoonarts overlegt, inplant als een terugbelconsult of patiënten toch op de post uitnodigen om de urine en zo nodig ook de patiënt na te laten kijken.
De indeling van urineweginfecties is gewijzigd. Er wordt primair onderscheid gemaakt tussen cystitis en urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie. Daarna volgt onderscheid op basis van patiëntkarakteristieken zoals leeftijd en het wel/niet behoren tot een risicogroep.
Bij de volgende groepen wordt geadviseerd een kweek met resistentiebepaling in te zetten (dit is ook goed mogelijk tijdens de dienst. De uitslag gaat naar de eigen huisarts.):
- Tweemaal therapiefalen bij een cystitis bij gezonde, niet-zwangere vrouwen.
- Eenmaal therapiefalen bij een cystitis bij kwetsbare ouderen.
- Cystitis bij patiënten die antibiotische profylaxe gebruiken i.v.m. recidiverende urineweginfecties.
- Cystitis bij patiënten uit een risicogroep, m.u.v. vrouwen met diabetes mellitus die verder gezond zijn en geen zieke indruk maken.
- Cystitis bij kinderen < 12 jaar.
- Urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie.
Diagnostiek
De urinestick wordt in de diagnostiek alleen nog beoordeeld op aanwezigheid van nitriet en leukocyten. In de dienst hebben we geen dipslide of sediment beschikbaar, dus zult u zonder deze aanvullende diagnostiek uw afweging moeten maken.
Stel bij patiënten met een verblijfskatheter de diagnose urineweginfectie alleen bij tekenen van weefselinvasie. Stel de diagnose op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek en na uitsluiting van andere oorzaken. Tijdens de dienst betekent dit, dat bij verdenking op een urineweginfectie bij patiënten met een katheter, de patiënt wordt uitgenodigd op de post of er wordt een visite gereden.
Behandeling
Ook in de behandeling zijn een aantal wijzigingen:
Bij de risicogroepen (behalve zwangeren en mannen) met een cystitis, is eenmalig fosfomycine 2de keus geworden. Bij patiënten met een katheter en een goede respons op de kuur is een week behandelen voldoende.
De Prescriptor (EVS) in Topicus is helemaal up-to-date. Dus als u deze gebruikt met voorschrijven en de goede patiëntgroep kiest, komt de meest recente informatie en therapievoorstel naar boven.
Van de patiëntbrieven en de NHG-standaard staat tevens de nieuwste versie in Topicus onder de prescriptor. Deze informatie kunt u ook altijd delen met de patiënt. |
|
|
|
|