| Afspraken met MKA/ambulance |
Een goede samenwerking met ketenpartners is essentieel voor optimale patiëntenzorg. Toch komt het regelmatig voor dat een huisarts na beoordeling van een patiënt een ambulance onder A1 bestelt en vervolgens niet ter plaatse blijft. Een A1-rit wordt ingezet wanneer de vitale functies van de patiënt bedreigd zijn. In zo'n situatie is het belangrijk dat de huisarts aanwezig blijft tot de ambulance arriveert, om de vitale functies te monitoren en waar nodig direct in te grijpen, bijvoorbeeld door zuurstof toe te dienen bij een lage saturatie, een infuus in te brengen of medicatie te geven.
Een goede overdracht volgens het SBARR formulier (in ANW tijden) of het verhaal op een visitebriefje (in kantoortijden) is zeer fijn voor de ambulanceverpleegkundige en vermindert de delay. Een duidelijk beleid wat betreft wel of niet reanimeren is ook zeer wenselijk om hierop te vermelden. Houd er rekening mee dat informatie die telefonisch aan de meldkamer wordt doorgegeven vaak slechts beperkt bij de ambulanceverpleegkundige terechtkomt. Schriftelijke overdracht blijft daarom noodzakelijk.
In ANW-tijden kan via Topicus een digitale verwijzing worden gedaan naar de SEH van het Haga of het Westeinde. De SEH ontvangt de gegevens dan direct en kan zich voorbereiden. Overdag kan gebruik worden gemaakt van Zorgdomein. Belangrijk om te weten is dat zowel verwijzingen via Zorgdomein als via Topicus niet zichtbaar zijn voor de ambulanceverpleegkundige.
Ook bij andere urgentiecriteria is het wenselijk dat er een overdracht achtergelaten wordt voor de ambulance. Dit voorkomt irritatie bij ketenpartners en scheelt veel tijd voor de patiënt. Daarnaast zijn er genoeg redenen om ter plaatse te blijven tot de ambulance komt als ze niet onder A1 komen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een benauwde patient met lichte zuurstofbehoefte, deze ondersteun je met zuurstof totdat de ambulance er is (die direct rijdt maar zonder toeters en bellen).
Nog wat algemene feitjes:
- Voor de telefoonartsen is vanaf 1 juli de technische inrichting voor het verwijzen van patiënten door de triagist van de huisartsenpost naar de MKA veranderd. De ambulance wordt namelijk direct gealarmeerd op basis van het adres dat via Hadoks wordt doorgegeven, nog voordat er telefonisch contact met de meldkamer is. Het is daarom van belang het veld 'klacht/beloop' kort en krachtig te houden, aangezien er een maximumaantal tekens kan worden overgedragen. te lange teksten worden automatisch afgebroken.
- Een persoonlijke uzi-pas is verplicht om een dienst te kunnen starten. Het gebruik van leenpassen wordt als onveilig beschouwd, gezien het niet kunnen benaderen van LSP (het kunnen inzien van de voorgeschiedenis, medicatiegebruik en eerdere contacten). Sinds 1 juli verlopen bovendien alle verwijzingen naar de meldkamer ambulancedienst ook via LSP, wat betekent fat je met een leenpas geen verwijzing kan maken, dit kan leiden tot gevaarlijke situaties.
- Wist u dat er verschillende typen ambulances bestaan, elk met een eigen functie? Op de website van Helptaltijd vindt u meer informatie, maar ook de meldkamer kan hierover adviseren. Zo rijdt er op een medium care ambulance een chaffeur samen met een medium care verpleegkundige. Dit vervoer wordt besteld voor patiënten (GGZ patiënten wel toegestaan) die tijdens de rit zorg en begeleiding nodig hebben, waaronder ook continu monitorbewaking. Bij deze patiënten is de Early Warning Score lager dan 5.
Op een high care ambulance rijdt een ambulance chauffeur samen met een ambulance verpleegkundige. Deze ambulance wordt ingezet voor zowel spoed- als besteld vervoer waarbij ALS- zorg en begeleiding nodig is.
|
|
|
|
