Casuïstiek: syndroom van Lemierre. |
Naar aanleiding van een recent incident delen wij graag de volgende casus met u.
Op de post kwam een 28 jarige man in verband met sinds twee dagen keelpijn en niet kunnen drinken. Tevens zou hij wat somber overkomen. De zorgen vanuit familie was vooral over het niet kunnen drinken. Het somber overkomen werd benoemd, echter wilde de patiënt er niet over praten, ook niet met zijn eigen huisarts. Bij onderzoek blijkt hij wat droge lippen en een rode farynxboog te hebben, en een wat bleek uiterlijk. Verder waren alle controles binnen de normaalwaarden. Op basis hiervan is een zelfzorgadvies en een vangnet gegeven.
De volgende dag wordt er wederom contact opgenomen ivm keelpijn, toenemende bloedneuzen en duizeligheid bij opstaan. Keelklachten nu circa vijf dagen aan de gang. Geen koorts. Bij beoordeling wordt een ernstig ziek man gezien, icterisch, geen meningeale prikkeling. Zuurstofsaturatie was goed, de tensie was krap (90/55), pols 95/min, CRP >200. Hij is per ambulance ingestuurd naar de SEH. Uiteindelijk blijkt de man het syndroom van Lemierre te hebben.
Het syndroom van Lemierre is een uiterste zeldzame complicatie bij keelpijn. Het is een aandoening waarbij een infectie in de mond, de keel of de oren zich uitbreidt naar de hals en zorgt voor het ontstaan van een trombose in een ader in de hals. Het syndroom van Lemierre wordt veroorzaakt door een bacterie. Meestal (bij negen van de tien mensen) is er sprake van de bacterie fusobacterium necrotiphorum als oorzaak van het ontstaan van dit syndroom. Dit is een bacterie die bij veel kinderen en volwassen in de mond, keel of neus aanwezig is en daar meestal geen problemen veroorzaakt. Soms is er sprake van een andere bacterie als oorzaak van dit syndroom, zoals een streptokok, stafylokok, Klebsiella of bacteroides-bacterie of Fusobacterium nucleatum.
Bij een heel klein deel van de patiënten breidt de keelinfectie of de oorinfectie zich uit naar de weefsels aan de zijkant van de hals. De fusobacterie maakt een stofje aan hemagluttinine genoemd die er voor zorgt dat het bloed gemakkelijk gaat stollen. Wanneer de infectie zich uitbreidt naar een ader in de hals, dan kan er trombose ontstaan als gevolg van dit hemagluttinine. Hierdoor ontstaan er problemen met de afvoer van het bloed vanuit het hoofd, meestal gaat het om trombose in de vena jugularis. Bij een klein deel van de patiënten met dit syndroom ontstaat ook een verstopping van de slagader in de hals. Wanneer de bacteriën in de wand van de halsader of van een ader in de hersenen zitten, dan kunnen deze bacteriën zich gemakkelijk uitbreiden naar de hersenvliezen en zo een hersenvliesontsteking veroorzaken. Als de ontsteking zich uitbreidt in de richting van de hersenen kan een abces in de hersenen of tussen de hersenen en de hersenvliezen ontstaan. Ook kan een abces zich uitbreiden naar de keelholte of naar de hals, en kan de ontsteking zich vanuit de hersenvliezen uitbreiden naar het bot van de schedel. Dit wordt een osteomyelitis genoemd.
De symptomen van syndroom van Lemierre kunnen erg divers zijn en hoeven niet allemaal aanwezig te zijn. Vaak begint het met keelpijn. Het kan echter ook beginnen met oorpijn. Meestal is er sprake van koorts. Enkele dagen tot 2 weken na de infectie kan er een zwelling van de hals ontstaan. De huid kan er rood uitzien en warm aanvoelen. Soms breidt de zwelling ook uit naar het oog. Patiënten met het syndroom van Lemierre kunnen problemen hebben met slikken, ze verslikken zich gemakkelijk en moeten dan hoesten tijdens het eten. Dit kan aan de ene kant komen door pijn en zwelling van de keelinfectie en de zwelling van de hals, maar ook komen doordat de zenuwen die betrokken zijn bij slikken (de zogenaamde 9de en 10de hersenzenuw) niet goed functioneren omdat zij ook ontstoken zijn. Bewegen van de tong kan lastig zijn wanneer de 12de hersenzenuw niet goed functioneert.
Ontsteking van de hersenvliezen veroorzaakt hoofdpijnklachten. Er wordt vaak buikpijn genoemd, waarbij misselijkheid en braken ook kan voorkomen. Wanneer kleine bloedpropjes met bacteriën in de longen terecht komen, kunnen kinderen een longontsteking krijgen. Ook kunnen bacteriën tussen de longvliezen terecht komen en daar pleura-empyeem veroorzaken. Indien de bacterie in de gewrichten komt levert het rode en gezwollen gewrichten op. Er is ook risico op sepsis. Bij een verstopping in de afvoerende hersenvaten of bij abcesvorming in de hersenen kunnen bepaalde hersenfuncties uitvallen tot aan coma toe.
Meestal zijn de ontstekingswaarden verhoogd bij syndroom van Lemierre. De leverfunctiewaarden kunnen ook verhoogd zijn. Bij een MRI-scan kan de trombose gezien worden en eventueel abcesvorming. Het syndroom van Lemierre wordt behandeld met antibiotica, vaak meerdere weken. Indien er trombose gezien wordt, wordt er antistolling gegeven. Het syndroom van Lemierre is een zeer ernstig syndroom, wat als het niet tijdig herkend wordt, een dodelijke afloop kan hebben. Ook al is het zeldzaam (ca 1 op 1 miljoen mensen met keelpijn krijgt het), het is wel verstandig om hier alert op te zijn. |
|
|
|