"We are better in scale, Europe is better in details." |
Afgelopen september ben ik met een aantal collega dierenartsen een week naar de Verenigde Staten geweest. We hebben hiervoor MSD gevraagd dit te helpen organiseren omdat zij de contacten hebben als Amerikaans bedrijf. Hartelijk dank hiervoor!
Vooraf hadden we 3 doelen:
- Wat is de rol van de dierenarts in integraties
- Bezoek “Pipestone veterinary services”, de grootste dierenartsenpraktijk van de VS
- Wat is de invloed van het Amerikaanse '3 site systeem' op infectieziekten
Minnesota
We hebben de staat Minnesota bezocht en zijn ook nog een dag in South Dakota geweest. De staat Minnesota is na Iowa de staat met de meeste varkens. Minnesota ligt midden in de VS, tegen de grens met Canada. Het is 6x zo groot als Nederland, heeft 6 miljoen inwoners en is qua varkenssector vergelijkbaar met ons land; ongeveer 3000 varkensbedrijven met 9 miljoen varkens. |
|
|
|
|
Klimaat
In september wordt volop de korrelmais en soja geoogst en is het nog lekker weer. Het heeft een landklimaat, wat wil zeggen dat het er van november tot en met april vriest en er continu sneeuw ligt. Midden in de zomer is het 2 maanden juist erg heet en droog. Dan zijn er nog 4 maanden over met vergelijkbaar weer als Nederland.
In verband met de vele sneeuw zit de luchtinlaat in de nok en de ventilatoren in de zijgevel. In verband met de hete zomers zitten er ook grote ventilatoren in de kopgevels en kunnen de zijwanden voor een groot deel open. Vrachtwagens worden niet standaard gereinigd en ontsmet op het slachthuis. Slechts 1 op de 5 keer wordt de vrachtwagen gereinigd en ontsmet op speciale overdekte wasplaatsen. Door de koude winters valt het schoonmaken van de vrachtwagens niet mee. Bovenstaande factoren zorgen ervoor dat op 20% van de bedrijven nog PED voorkomt. Een virusziekte die in Nederland met goede hygiëne weer onder controle is gebracht. |
|
|
|
Akkerbouw
De varkens krijgen een rantsoen van 80% mais en 20% soja. Minnesota is een akkerbouwstaat en wat op het land groeit wordt gevoerd aan de varkens. Zo wordt er noordelijk meer gerst gevoerd en zuidelijk in Iowa meer tarwe. De varkenshouders zijn in eerste instantie akkerbouwer. Zonder grote vergunningseisen kun je een vleesvarkensstal bouwen met 3000 plaatsen, als je in ieder geval een mijl (1600 meter) afstand houdt van andere varkensbedrijven. De meeste vleesvarkensbedrijven hebben dan ook maximaal 3000 vleesvarkens. De zeugenbedrijven zijn groot: 2500 of 5000 zeugen. De integraties hebben deze bedrijven op voergeld of in eigendom. Er wordt gespeend op 3 weken leeftijd en er is geen vaste speendag. Vleesvarkensstallen worden all-in-all-out opgelegd en de zeugen worden gespeend wanneer het uitkomt; “We wean them when we need them”. |
|
|
Kostprijs
|
De kostprijs is leidend. De maatstaf is dat je een speenbig op 3 weken leeftijd, van 5,5 kg, moet kunnen produceren voor minder dan 35 dollar. Het aantal gespeende biggen ligt op 27 dieren per zeug per jaar en de vleesvarkensgroei rond de 850 gram per dier per dag. De meest gebruikte kruising is een PIC zeug x Duroc. Er worden alleen borgen en gelten gehouden en er is nog weinig aandacht voor dierenwelzijn.
De vleesvarkenstallen hebben volledig rooster en de zeugen worden individueel gehuisvest. De VS is voor 27% afhankelijk van export naar Azië. Door de relatief korte afstand kan er ook vers vlees worden geëxporteerd naar China. Momenteel staan de varkensprijzen onder druk. Er is destijds uitgebreid in productie zodat er meer geëxporteerd kon worden naar China i.v.m. de Afrikaanse varkenspest in China. In de coronatijd zijn de productieketens sterk verstoord geraakt. Hierdoor zijn de biggenprijzen op de vrije markt (die klein is door de integraties) erg laag: 16 dollar op 5,5 kg. Vleesvarkens brengen 170 dollar op, wat een doorsnee prijs is. Opvallend is dat drijfmest geld opbrengt: voor een gemiddeld bedrijf 30.000 dollar. |
|
|
|
|
|
|
Voortschrijdend inzicht |
Toen wij in september in de VS waren, werd gesteld dat de varkenshouderij in Europa verder zou krimpen door de vele welzijns- en milieuregels. Dit zou een kans zijn voor de Amerikaanse varkenssector. Inmiddels is de “prop 12” wetgeving in Californië van toepassing, die bepaalt dat alleen varkensvlees verkocht mag worden uit een systeem met zeugen in groepshuisvesting. Hierdoor wordt er tegenwoordig vlees verkocht vanuit Nederland aan de VS op basis van welzijnseisen! |
|
|
|
|
Integraties
Er zijn 3 soorten integraties:
- Integraties die uitgaan vanuit de slachterij: bijvoorbeeld Smithfield.
- Integraties die uitgaan van grote varkenshouders, dus meer vanuit de houderij zelf: bijvoorbeeld Christensen farms.
- Integraties van vrije varkenshouders: het pipestone systeem is hier een voorbeeld van.
Het motto van Pipestone Veterinary services is “helping farmers”. Zij doen niet alleen hun werk als dierenarts in combinatie met een apotheek. Ze proberen ook varkenshouders te ondersteunen bij het goed managen van het bedrijf en advies om te zetten in daden. Een voorbeeld hiervan is het verzorgen van het transport van biggen; opleggers worden volgens protocol ontsmet en droog weggezet in een hal. Deze oplegger wordt alleen gebruikt voor 1 zeugenbedrijf. Ook zijn er aparte schoonmaakploegen die met een vaste werkwijze stallen reinigen. Bij 90% van de zeugenbedrijven wordt de inkomende lucht gefilterd om zo PRRS buiten te kunnen houden. In totaal begeleiden ze op deze manier 400.000 zeugen. |
|
|
|
Rol van de dierenarts
Integraties hebben geen eigen dierenartsen in dienst. Ze vinden het belangrijk dat dierenartsen ook op andere bedrijven komen. Vaak werken integraties met locale dierenartsen voor het uitvoerende veterinaire werk. De dierenarts moet snel ter plaatse kunnen zijn voor het uitvoeren van onderzoek. Hiernaast werken integraties met “trusted advisors”. Deze dierenartsen geven management advies en gaan over de grote lijnen. Dierenartsen worden gewaardeerd omdat ze bij uitstek de vertaalslag kunnen maken van theorie naar praktijk. Ze komen in de stal, bij de dieren en de verzorgers maar zijn ook op de hoogte van de laatste ontwikkelingen van de wetenschap. |
|
|
|
3 site systeem
In Nederland hebben we vaak een 2 site systeem:
- zeugen en gespeende biggen
- vleesvarkens
In de Verenigde Staten liggen de zeugen apart van de speenbiggen. Ook de vleesvarkens liggen apart op een bedrijf. De dieren zijn dus verdeeld over 3 locaties met elke keer een knip. Het komt voor dat biggen meteen opgelegd worden in de vleesvarkensstal! Ik had verwacht dat dit een positief effect zou hebben op PRRS en influenza. Maar deze 2 ziekten zijn, ondanks de grote afstanden tussen bedrijven en de andere structuur, algemeen voorkomend. Blijkbaar spreiden deze ziekten zo makkelijk dat ze nog steeds veel voorkomen.
Mocht er een uitbraak zijn van PRRS op een zeugenbedrijf, dan wordt er vaak al snel besloten tot depop-repop. Vooral als het de agressieve 1-4-4- PRRS stam betreft, en het bedrijf ook positief is voor mycoplasma, is een depop-repop al rendabel na een half jaar. APP komt niet of nauwelijks meer voor. Door het snel overgaan tot een depop-repop en het SPF opstarten van bedrijven is deze ziekte bijna uitgebannen. Op ongeveer 50% van de bedrijven speelt mycoplasma een rol. Ongeveer 30% van de bedrijven is PRRS positief. Dit zijn getallen die vergelijkbaar zijn met Nederland, terwijl er qua structuur toch veel anders is.
|
|
|
Groot is vaak beter, maar niet altijd |
Doordat er zoveel ruimte is, kan het eigen voer worden verbouwd en de mest makkelijk worden afgezet. Echter is het moeilijk aan personeel te komen doordat Minnesota dunbevolkt is. Ook zijn de slachthuizen op grotere afstand. Kadavers worden niet opgehaald maar verwerkt op het bedrijf in een soort composthoop. Dit geeft risico op versleping door wilde dieren. Door de lange winters is de hygiëne van transportmiddelen moeilijk te handhaven. Het gras is bij de buren dus niet altijd groener, vooral in de winter niet. |
|
|
|
|