“De sleutel om Dylan weer naar school te krijgen? Aandacht, vertrouwen en liefde.” De aanwezigen luisteren ademloos. Het is dé kern van het Arnhemse project ‘Veilig in en om School’. Het doel: de samenwerking in de veiligheidsketen verbeteren.
Naast de kwartiermaker van het project, Mette van Duijn, zijn aanwezig: de Arnhemse burgemeester Ahmed Marcouch, Melvin Kolf van de Presikhaaf University*, wijkagent Joyce Veenvliet en Nathalie Jansen & Ramona Stael, respectievelijk zorgcoördinator en directeur van vmbo ’t Venster. Het is anderhalf jaar na het gesprek van de burgemeester met de scholen in Arnhem-Noord over de uitdagingen in Arnhemse wijken, waarmee ook de scholen te maken hebben. Sindsdien is er al veel ten positieve veranderd. Maar het kan nog beter.
Elke dag op tijd
Dylan (overigens niet zijn echte naam, red.) is een leerling van ’t Venster. Hij wordt opgevoed door zijn vader, die het anders wil doen dan zíjn vader. Niet met de harde hand, maar hoe dan wel? Dat weet hij ook niet. Het gevolg is dat Dylan alle vrijheid pakt, steeds minder naar school gaat en op het verkeerde pad komt. Totdat de school bij de hulpverlening aanklopt. Melvin vertelt: “Als Presikhaaf University raakten we nauw betrokken bij het gezin, evenals de school.” Door de aandacht en de samenwerking achter de schermen door ‘de instanties’ keert voor Dylan het tij. Hij gaat terug naar school en lijkt weer plezier te hebben. In de meivakantie helpt hij zelfs mee in de tuin van de Presikhaaf University. Melvin: “Hij was elke dag keurig op tijd. Dat zijn echt wel successen.” Ramona: “En als ik hem nu op school tegenkom en spreek, heb ik niet meer die gesloten jongen voor me, maar een jongen met een verhaal.”
Samen de route verkorten
Op de vraag waar voor Dylan de sleutel van het succes ligt, is het antwoord: aandacht, vertrouwen en liefde. Maar bovenal een betere ‘ketensamenwerking’. In de ideale ketensamenwerking heeft elke partner een eigen rol. Zo moet de school een plek zijn die jongeren de veiligheid biedt die ze nodig hebben. En zijn de begeleiders van de Presikhaaf University als het ware ‘de grote broer’ van de jongere. Ook ouders, politie en gemeente zijn betrokken. Dat die samenwerking werkt, blijkt uit het voorbeeld van een groepje leerlingen dat in aanraking was gekomen met de politie. Omdat ze nog minderjarig waren, was de route: Bureau Halt. Mette: “Maar voordat jongeren bij Halt terechtkomen, zijn eerst allerlei formele stappen nodig. Die kosten veel te veel tijd. In dit geval zorgden we er met elkaar voor dat deze jongeren meteen bij Halt aan tafel kwamen, dus zonder eerst op de veroordeling te wachten.”
Pedagogische driehoek
De hierboven genoemde zet maakte indruk op de jongeren. Ze realiseerden zich voor het eerst welke impact hun handelen had.” Ramona: “In deze aanpak hadden we nadrukkelijk voor de pedagogische driehoek school, hulpverlening en gezin gezorgd.” Melvin: “Het hielp ook dat wij tegenwoordig op ’t Venster aanwezig zijn. We konden allemaal vanuit onze eigen rol doen wat we moesten doen. Onze begeleiders konden de coach van de jongeren zijn, de school was de veilige plek, de politie was de strenge kant en de gemeente maakte de korte route mogelijk.”
Meidenspreekuur
Een onderdeel van het project, waaraan ook het Maarten van Rossem meedoet, is het meidenspreekuur. Op het Maarten van Rossem draait het spreekuur al een tijdje, binnenkort start het ook op ’t Venster. Ramona: “Het is een uitprobeersel, maar ook dat is het mooie van dit project; we kunnen dingen uitproberen. Leerlingen kunnen naar het spreekuur om over een probleem te praten of om hun hart te luchten. Het doel van het project is ook om van elkaar te leren en andere scholen van onze ervaringen te laten leren. Want elke school heeft te maken met uitdagingen uit de samenleving.”
Moed om aan te pakken
Burgemeester Marcouch is tevreden over de ontwikkelingen. “Dit is waarop ik had gehoopt”, zegt hij. “Bij het gesprek van anderhalf jaar geleden was ik al blij verrast toen de scholen, van vmbo tot gymnasium, erkenden dat de uitdagingen zich ook voordoen in hun omgeving. Dat vergt moed, óók om het aan te pakken.” Toch kan de samenwerking nog beter, zegt Ramona. “Het gebeurt nog vaak genoeg dat we bij een probleem met een leerling met allerlei hulpverleners om tafel zitten, maar dat er uiteindelijk niets gebeurt.” Nathalie maakte het recentelijk nog mee. Ze had voor een leerling de hulp van de wijkcoach nodig, maar kwam uiteindelijk terecht bij Veilig Thuis. “Omdat de wijkcoach pas de week erop tijd had en ik het niet aandurfde om langer te wachten. Dan worden de lijntjes toch weer lang, terwijl een telefoontje van de wijkcoach naar het gezin ook al had geholpen.”
Sleutel tot ontplooiing
Nog even komt Dylan ter sprake. Marcouch: “Liefde was de sleutel om Dylan weer de goede kant op te krijgen. Liefde is geborgenheid, je veilig voelen om jezelf te zijn. De school hoort die veilige plek te zijn. Dáár ligt de sleutel om tot ontplooiing te komen.” Als het aan Marcouch ligt, worden scholen veel meer op die manier ingericht. “De school als vormingstuin”, noemt hij het. “Waarbij, of misschien zelfs ‘waarin’ we ook nog eens alle krachten in de wijk bundelen.”
Schotten weghalen
De burgemeester heeft vertrouwen in het project ‘Veilig in en om School’. Hij verwoordt het als zijn droom: “Korte lijnen in de wijk, zodat leerlingen ervaren dat de school de plek is waar ze horen en dat het bij echte excessen mogelijk is om de juiste hulp in te schakelen. Zo zou het georganiseerd moeten zijn. Het liefst structureel in elke school.” Het sluit aan op wat Ramona eerder die middag als haar droom heeft genoemd: “It takes a village to raise a child. De jongeren zijn veel van hun tijd op school. Wij willen als school laten zien dat wij de veiligheid bieden die ze nodig hebben. Voor ons is het project echt een kans om de schotten weg te halen, om samen de community in de wijk te zijn. We zijn er nog niet, maar er gebeurt nu écht wat.”
* De ‘university’ in de wijk Presikhaaf waar gewerkt wordt aan gelijke kansen voor kinderen en jongeren. |
|
|