Op 4 mei organiseerde Koninklijke Binnenvaart Nederland een dodenherdenking, speciaal voor de binnenvaartsector. De bijeenkomst vond plaats bij het Nationaal Binnenvaartmonument op Schokland, een historische plek voor de binnenvaart.
Tijdens deze ingetogen herdenking stonden we stil bij de mannen, vrouwen en kinderen uit schippersfamilies die tijdens de Tweede Wereldoorlog het leven lieten of hun schip kwijtraakten. Sommigen schippers en bemanning kwamen om door luchtaanvallen, of kwamen om in het verzet.
Voorzitter Ad Koppejan sprak over het onderbelichte oorlogsleed van de sector: van gevorderde schepen en gedwongen transporten tot schippers die hun schip lieten zinken om het uit handen van de nazi’s te houden. In de hongerwinter vervoerden zij nog voedsel naar uitgehongerde steden.
Jeanne Zwaans deelde het verhaal van verzetsgroep MaZwaKo en haar familie, schippers die Joodse onderduikers en geallieerde piloten hielpen ontsnappen via het bunkerschip De Zwaan. “Iedere naam, ieder schip, iedere daad telt,” zei ze terecht.
Nicole van der Sman van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat stond stil bij de vaak stille dienstbaarheid van de binnenvaart. “Achter elk schip schuilt een gezin, een leven op het water. Tijdens de oorlog moesten velen alles opgeven: hun werk, hun vrijheid, soms hun leven. Die offers verdienen blijvende erkenning, juist nu de wereld opnieuw onrustig is."
Aan het eind van de bijeenkomst legden vertegenwoordigers van Koninklijke Binnenvaart Nederland, SchippersVereniging Schuttevaer, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en vakbond Nautilus International gezamenlijk kransen.